De plannen voor een derde stadsbrug in Rotterdam krijgen vorm. Het Brusselse bureau ORG Urbanism & Architecture gaat, samen met de gemeente, de ruimtelijke kaders uitwerken voor de nieuwe oeververbinding tussen De Esch en Rotterdam-Zuid. Het gaat om een visievormende opdracht ter waarde van 345.000 euro.
Dat meldt vakblad Infrasite. De brug maakt deel uit van het bredere MIRT-project ‘Stadsbrug en OV’. Naast de brug zelf voorziet het project in een hoogwaardige ov-verbinding en een nieuw station bij Stadionpark.
De brug moet de wijken Kralingen en Feijenoord met elkaar verbinden en ruimte bieden aan auto’s, openbaar vervoer, fietsers en voetgangers en mag daarbij de scheepvaart niet hinderen. Ze speelt een sleutelrol in de ontsluiting van tienduizenden nieuw geplande woningen aan de oostzijde van de stad.
Ingrijpende aanpassing van oevers
De binnenvaart heeft zich met het oog op de nautische onveiligheid altijd uitgesproken tegen een brug in de toch al lastige rivierbocht. Een brug moet daarom geen pijlers in het water krijgen, maar op de oevers landen.
Lees ook: Commisie Rotterdam moet huiswerk nieuwe brug overdoen
De ontwerpers van ORG werken de komende anderhalf jaar aan ontwerpvarianten en ruimtelijke ambities voor de brug en haar inpassing in het omliggende landschap. Daarbij is nadrukkelijk ook aandacht voor de oevers. Zo overweegt de gemeente aan de noordzijde een deel van polder De Esch af te graven en de oever daar volledig opnieuw in te richten.
Ook aan de zuidzijde, in de omgeving van Stadionpark, krijgt het stedelijk landschap een ingrijpende herontwikkeling. Die ingrepen kunnen ook gevolgen hebben voor de plaatsing van brugpijlers in het water.
ORG mag vanwege deze opdracht later niet meedoen aan de aanbesteding voor het daadwerkelijke brugontwerp, tenzij het optionele werkpakket met een begeleidende rol in werking treedt. Het bureau moet medio 2026 de ruimtelijke ontwerpen opleveren. Daarna volgt, mits financiering en besluitvorming dat toelaten, een ontwerpwedstrijd voor de brug zelf.
Vertraging en onzekerheden
De uitvoering loopt inmiddels wel vertraging op. Volgens programmadirecteur Mieke van Leeuwen is het opstarten van de projectorganisatie moeizamer verlopen dan verwacht. Daardoor schuift de beoogde oplevering eind 2033 mogelijk op. Ook de kosten zijn nog onzeker; die worden momenteel geschat op ruim 1 miljard euro, maar pas in 2027 – na het voorlopig ontwerp – volgt een nauwkeuriger inschatting.
