Op verzoek van de sectie heemkunde van de jubilerende Stichting Erfgoed Stein schreef Jan Smeets een boek over de geschiedenis van het Julianakanaal. Het Julianakanaal in de gemeente Stein is een imposant naslagwerk, een eerbetoon aan het voor Limburg zo belangrijke kanaal.
Vanaf 2014, toen de verruiming startte, maakte de nu 77-jarige Jan Smeets vrijwel dagelijks foto’s van het Julianakanaal. Smeets werkte voor de lokale omroep in Stein en hield de kijkers via de kabelkrant dagelijks op de hoogte van de vorderingen. “Ik heb in die tijd bijna 3.000 foto’s gemaakt”, zegt Smeets. “Als mijn kleinkinderen aan mijn vrouw vroegen waar opa zich ophield, was het antwoord steevast: ‘Bij het kanaal natuurlijk.’ Ik kreeg van het kleine grut de bijnaam ‘Jan Kanaal’. Dorpelingen in Stein noemen me nog steeds zo.”
Schippers
“Het boek schetst een beeld van het Julianakanaal van het begin van de 20e eeuw tot vandaag de dag. Met persoonlijke ervaringen van schippers en inwoners van Stein. Ik heb onder meer de haven en bruggen van Stein en de afgegraven Scharberg uitvoerig beschreven.”
Smeets woont al zijn hele leven dicht bij het Julianakanaal. In de loop der jaren werd zijn fascinatie voor de vaarweg steeds groter. Die liep als een rode draad door zijn leven. “Ik heb achttien keer de Kennedymars gelopen. Als training maakte ik wandeltochten langs het kanaal. Ik nam eerst het traject naar de sluis in Borgharen. Stak daar het kanaal over en liep dan helemaal naar de sluis in Born. Over het jaagpad wandelde ik het laatste stuk naar Stein. In totaal 50 kilometer langs het water. Tijdens zo ’n wandeltocht voeren veel binnenvaartschepen voorbij.”
“Een lateraalkanaal was misschien goedkoper en we hoefden dan geen rekening te houden met de Belgen.
Smeets heeft het boek verdeeld in twintig hoofdstukken. Voor ‘Als ik aan het Julianakanaal denk…’, vroeg hij een aantal personen om een artikel te schrijven over dit onderwerp. Jan Smeets vertelt: “Een van die personen was een schipper die met zijn vader en broer op schepen van rederij Maas uit Stein had gevaren. Hun sleepboot werd onder andere gebruikt om Sinterklaas mee in te halen in Stein. Jammer genoeg kan de schipper de presentatie van mijn boek niet bijwonen, doordat hij overleden is.”
Smeets heeft veel onderzoek gedaan voor zijn boek; in de archieven van het Regionaal historisch Centrum Limburg, bij Domeinen en het gemeentearchief van Stein. “De Staatsmijnen gaven vroeger een eigen blad uit, Steenkool. Daar heb ik veel informatie gevonden over de relatie tussen de mijnen en de scheepvaart.”
Kolenoverslag
Smeets verdiepte zich uiteraard in de vraag waarom het Julianakanaal gegraven is. “Aanvankelijk wilde men de Maas bevaarbaar maken van Maasbracht tot Maastricht. Het water in de Maas moest dan wel met acht stuwen op peil worden gehouden. Omdat de Maas hier de grens vormt met onze zuiderburen, moest het project samen met de Belgen opgepakt worden. Dit plan ging niet door wegens de Eerste Wereldoorlog. Nederland heeft toen bekeken of er een lateraalkanaal langs de Maas gerealiseerd kon worden. Dat was misschien goedkoper en we hoefden dan geen rekening te houden met de Belgen.”Het doorgraven van de Scharberg tussen Elsloo en Stein was de grootste en moeilijkste klus van het project
Het doorgraven van de Scharberg tussen Elsloo en Stein was de grootste en moeilijkste klus van het project
Rijkswaterstaat legde in Maasbracht een tijdelijke haven aan voor kolenoverslag en groef het kanaal tot Born. Consequentie daarvan was dat de kolen per spoor vanuit de westelijke mijnstreek naar Born vervoerd moesten worden. Toen de aannemers al begonnen waren met het graven van het lateraalkanaal, rees de vraag bij Rijkswaterstaat of het toch wenselijker was om dichter bij de westelijke mijnstreek een haven aan te leggen? Dat was goedkoper. Alsnog werd besloten een haven bij Stein aan te leggen. Prompt besloot de gemeente Stein een eigen haven aan te leggen.
“We hebben het Julianakanaal gegraven, zeggen we. Dat klopt slechts gedeeltelijk. Het grootste deel van het kanaal, tot Maasbracht, is opgehoogd met materiaal dat afkomstig was van de Scharberg en de Kattekop in Urmond. Het doorgraven van de Scharberg tussen Elsloo en Stein was de grootste en moeilijkste klus van het project.”
Kindertijd
Jan Smeets heeft gewerkt bij de Staatsmijnen en DSM, later bij Sabic. “Na het sluiten van de mijnen in 1974 kwam in Zuid-Limburg een nieuwe industriële ontwikkeling op gang. Staatsmijnen werd DSM. En deze grote onderneming ging chemische fabrieken bouwen. Later werd de koolwaterstofafdeling verkocht aan de Arabische chemiereus Sabic, die samen met Chemelot nog altijd gebruik maakt van de haven.”
Smeets zegt dat hij voor het boek veel te danken heeft aan zijn collega Cretien Peters, die de lay-out en de bewerking van de foto’s voor zijn rekening nam. Oud-journalist Ben Ubachs heeft de teksten geredigeerd.
De schrijver vertelt in zijn boek ook over zijn kindertijd langs het Julianakanaal: “’s Zomers sprongen we in het Julianakanaal, klampten ons vast aan een voorbijvarend vrachtschip en lieten niet los voordat het de Beatrixhaven in Maastricht bereikte. En dan wachtten we op een ander schip om mee terug te kunnen. Ik heb verschillende keren naar Stein moeten lopen als er geen schip meer kwam.”
Het boek is voor 25 euro te bestellen op www.stichtingerfgoedstein.nl. De verzendkosten zijn 10 euro.
Door Noud van der Zee