Woedend is René Stins op de medewerker van Rijkswaterstaat die geen hand uitstak toen de schipper van de Marjo-R met zijn hond in het water van het Amsterdam-Rijnkanaal lag. De man stond volgens Stins op korte afstand gewoon een sjekkie te draaien, terwijl de schipper er niet in slaagde uit het water te komen. Uiteindelijk werden René en hond Chica door zijn matroos op de wal geholpen. Rijkswaterstaat betreurt de gebeurtenis en heeft intern maatregelen genomen om dergelijke incidenten te voorkomen.
René Stins doorstond dinsdag 29 juni benauwde momenten. Toen hij met de Marjo-R ter hoogte van km 9 op het Amsterdam-Rijnkanaal met een lading zand voer, viel een van zijn honden overboord. Chica is een 35 kilo zware Amerikaanse buldog. “Honden van dat ras staat erom bekend dat ze niet kunnen zwemmen maar zij bewees het tegendeel.”
Te zwaar
Terwijl Stins hun schip tegen de wal legde, hielden zijn vrouw de hond in het oog. Een tanker uit de richting van Amsterdam hield in en dwong de hond richting de kant te zwemmen. Toen ze circa 30 meter had overbrugd en vlak bij de wal was, sprong Stins het water in. Hij greep Chica en hield zich met zijn andere arm vast aan een balk in de damwand. Zowel hond als schipper had water binnengekregen. De hond was te zwaar om vanuit het water op de wal getild te worden.
Een 81-jarige visser, die eerst nog met een schepnet had geprobeerd de hond op te vissen, gaf aan onvoldoende kracht te hebben. Er was ook een auto van Rijkswaterstaat gearriveerd, die toevallig op het jaagpad reed. De RWS-medewerker stapte uit, maar maakte ondanks het hulpgeroep van Stins geen aanstalten om te helpen. “Hij ging op z’n gemak een sjekkie staan draaien”, briest Stins. Toen de Marjo-R vastlag, sprong de Tsjechisch matroos aan wal. Hij hielp de schipper en zijn hond aan wal klimmen.
Stins stapte op de medewerker van Rijkswaterstaat af en vroeg hem waarom hij geen hulp had geboden. De man reageerde volgens de schipper afwijzend en zei dat hij niet wist wat hij had kunnen doen en dat het zijn taak niet was een hond te redden.
Aangifte
Boos belde Stins naar de Waterpolitie. “ik wilde aangifte doen tegen die man. Iedereen heeft de plicht een ander mens in nood te helpen. Zeker iemand bij een dienst van Rijkswaterstaat.” Hij vertelt dat hem werd afgeraden aangifte te doen en dat hij via het centrale telefoonnummer van Rijkswaterstaat (0800-8002) een klacht kon indienen. Dat telefoontje leverde ook niets op: “Daar wisten ze niet wat ze ermee aan moesten.”
Navraag bij Rijkswaterstaat Utrecht leert dat de man daar werkt. In een reactie geeft de woordvoerster eerst aan dat in de beleving van de medewerker al voldoende hulp aanwezig was. Ze betreurt de gang van zaken en geeft aan dat Rijkswaterstaat graag rechtstreeks contact wil met René Stins, wat kan via Willem Wouters, als assistent-hoofd Waterdistrict leidinggevende van de man.
Direct nadat Stins Wouters heeft gesproken is hij weer furieus: “Toen ik had verteld dat er helemaal geen mensen waren, op die bejaarde visser na dan, en dat die Rijkswaterstaat-auto mij nog inhaalde terwijl ik op de wal rende, liet meneer Wouters zich ontvallen dat het ook wat hem betreft niet het type hond was om aan te pakken. Daar zakt mijn broek van af. Was dat de eigenlijke reden? Mijn hond doet niemand kwaad.”
Handelen
Wouters had ook gezegd dat hij nog persoonlijk met zijn collega wilde praten. De eerste reactie was via de direct-leidinggevende van de man overgebracht. Na dat gesprek meldt de RWS-woordvoerster dat de medewerker weliswaar bang was door het uiterlijk van de hond, maar dat wat anders zwaarder woog. “Hij kan niet zwemmen en was bang om zelf in het water te vallen en te verdrinken. Door het ongemaaide gras ter plekke kun je niet goed zien of er gaten in de grond zitten. Maar los daarvan had de collega anders moeten handelen en hij is daarop aangesproken.”
Ze voegt nog toe dat het gebeurde voor Rijkswaterstaat Utrecht aanleiding is intern de aandacht te vestigen op dit soort situaties. “Dit is een erg vervelend incident, waar onze normale houding is om altijd te willen helpen want veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel. We gaan onze mensen er nog nadrukkelijker op wijzen dat ze moeten handelen als zoiets voorkomt. ”