Veel binnenhavens in Duitsland lopen tegen grenzen aan. Hun capaciteit is (bijna) volledig in gebruik.
Het Bundesamt für Güterverkehr (BAG) heeft in opdracht van het Duitse verkeersministerie een schriftelijke enquête gehouden onder 69 openbare binnenhavens. Dit om inzicht te krijgen hoe zij met hun ruimte omgaan en of ze de komende jaren willen en kunnen uitbreiden.
Er is onderscheid gemaakt tussen ‘grotere havens’ met een oppervlakte van minimaal 30 hectare en ‘kleinere havens’ van minder dan 30 hectare. In grotere havens wordt de infrastructuur over het algemeen intensiever benut dan in kleine. Ongeveer een derde van de havens heeft de komende jaren uitbreidingsplannen. Ze willen met name investeren in de infrastructuur voor containeroverslag. Ook gaan de havens hun verkeersinfrastructuur en opslagruimte uitbreiden.
Walstroom
Verder blijkt dat het walstroomnetwerk in Duitse binnenhavens veel gaten vertoont; bijna de helft van de bevraagde havens heeft geen walstroominstallaties en slechts vijf havens bieden op al hun ligplaatsen walstroom aan. Ruim de helft van de havens gaat de komende jaren in vaste of mobiele walstroominstallaties investeren.
Het BAG stelt ook vast dat veel havens maar moeilijk de milieuvoorschriften kunnen naleven. Vooral de regelgeving rond waterkwaliteit, bescherming van fauna en flora en geluidsoverlast is lastig. Rijnhavens en kleinere havens hebben daar minder moeite mee dan havens in andere vaargebieden en grotere havens.
In de openbare havens zijn meestal de deelstaten en gemeenten verantwoordelijk voor de haveninfrastructuur. Private havens van bedrijven zijn in het onderzoek niet meegenomen.