Tussenreis is een verslag van een reis die begint in de Drentse veenkolonie Smilderveld en via onder meer Haarlem en Amsterdam eindigt in Deventer. Het is ook een reis terug in de tijd, want het op rijm vertelde verhaal speelt zich af rond 1878. Het is geschreven door Albertus Geel, een 19e-eeuwse schipper.
Negen weken achter elkaar verschijnen er elke maandag nieuwe coupletten. Sander Geel, achterkleinzoon van de schrijver-schipper, voorziet ze van commentaar. En vragen aan de burgers en lezers, die hopelijk kunnen helpen uitleg en toelichtingen te geven bij gebeurtenissen en plaatsen die tijdens de reis beschreven zijn. Kortom: dit is een uitnodiging om mee te lezen en mee te reizen met Albertus Geel.
Michel van Kooten reisde voor elke episode naar een van de plaatsen die beschreven worden en legde daar vast hoe het er nu uitziet.
redactie De Binnenvaartkrant
Wat lees je in episode 1
Albertus begint zijn reis in een Drentse veenkolonie. Het is het “Smilderveld”, bij Smilde. Er is geen internetzoekmachine ter wereld die dat woord heeft opslagen. Tot nu.
Het Meertens-instituut deed een interview in twee opnames met een oude man over de Smildse veenkolonie. Smilen, smilde, gesmiled.
In de zesde alinea van deze episode noemt Albertus de begrippen nieuwe turf en oude turf. Dat is de huishoudenergie van dat moment. Ook in Leiden:. Vaak was ik op een Oude-Turfmarkt, en weet nu dat “Oude” niet slaat op de “markt”, maar op “Turf”. Er zijn geen Nieuwe Turfmarkten. Maakt de tijd de nieuwe Turf oud, of zijn er geen verschillen tussen oud en nieuw? Wie overschakelt op de “nieuwe” energievorm, spaart eerst wat van de “oude”?
Sander Geel
Tussenreis
Episode 1 ‘Leidzaam’ oud en nieuw
1
Het was in één der zomermaanden
Dat wij met turf uit “Smilderveld’
Naar “Leiden” voeren, dient vermeld
Waarmee wij ons gelukkig waanden
Maar voor de heenreis was vol-end
Verliep een halve maand, omtrent
2
Het onweer was het dat ons deerde
Met tegenwind, dag in, dag uit
Geweldig was soms haar geluid
Daar zagen wij dat God regeerde
Dat niemand voor Hem kan bestaan
Op ’s levens groote Oceaan.
3
Wij zijn dan toen het weer bedaarde
Zeer vlug naar Leiden heen gespoed
Het weer werd zacht, de wind werd goed
Ofschoon het vele zorgen baarde
De turfmarkt, weet Gij in de Stad
Is op drie plaatsen t’ zaamgevat.
4
De Oudevest daar voor gegeven
Met Kalvermarkt en Heerengracht
Voor Schippers die met turf bevracht
Ze dan verkoopen om te leven
Die dan na leeg te zijn gelost
Hun reis vervolgen, ’t kost wat ’t kost.
5
Zoo losten wij dan ook te Leiden
Wel veertien dagen ongeveer
En zeilden vlug naar Haarlem weer
Maar wij beleefden natte tijden
Zoo dat de oude turf niet meer
Was te verkrijgen, op mijn eer.
6
Daar wij dat ook al meer vernomen
En wat in d’ werkelijkheid bestond
De nieuwe turf pas uit de grond
En d’oude turf was te bekomen
Was juist de Vlastijd aan ’t begin
Ofschoon ’t ons half was naar de zin.
(Copyright Albertus Geel)
(Zicht op Leiden. foto Michel van Kooten. Meer foto’s)
Volgende week episode 2: Het is droog geworden