Niet te vroeg juichen, we hebben nog geen crisiskartel. Als een politicus zoiets zegt met als slotzinnetje ‘als de Nma het ermee eens is’, dan weten we intussen wel op welk peil we ons verwachtingspatroon af moeten stellen.
De politicus in kwestie is Albert de Vries, 55 jaar en oud-wethouder van Middelburg. Eén van zijn motto’s is ‘bij veel regels moet het niet primair gaan over of alles klopt en past, maar dat het moet gaan over of iets ook echt werkt’. Moet een goeie vent zijn, hij zit bij de op één na grootste regeringspartij dus de binnenvaart mag iets van hem verwachten de komende jaren. Hij heeft gisteravond (dinsdag 20 november) vragen gesteld aan de minister van Infrastructuur en Milieu of het niet mogelijk is om een crisiskartel in te stellen voor de binnenvaart, zodat de sector een beetje minder overcapaciteit krijgt.
Morgen (22 november) gaat minister Melanie Schultz antwoorden. Met een beetje goede wil zal ze toezeggen dat de zaak onderzocht wordt als ze niet meteen zegt dat dit een gepasseerd station is. Het lijkt me in elk geval sterk dat ze staat te juichen dat dit het idee is waar we al jarenlang op zitten te wachten.
Het komt allemaal op hetzelfde neer: als de overheid iets wil, dan kan het. Nood breekt wet, zou je mogen verwachten. Als de minister iets niet wil, dan zijn er altijd argumenten te bedenken om het tegen te houden. Het woord kartel heeft een nare bijklank gekregen, wordt geassocieerd met uitbuiting, machtsmisbruik. In dat opzicht is het niet zo’n goed gekozen uitdrukking. Maar desondanks zou het wel een oplossing zijn. Ik vrees dat het niet kan, maar als het kan, dan moet het.
Michel Gonlag