United Biscuits transporteert chocolade en koekjes met eindbestemming Verenigde Staten en Canada voortaan per binnenschip van Willebroek naar Antwerpen. Het concern zet hiervoor reefercontainers in.
United Biscuits, onder meer bekend van Tuc en Verkade, startte in 2008 een duurzaamheidsprogramma. Daarom onderzocht het concern de mogelijkheid om transporten van de weg naar water en spoor te verschuiven. De trein is, zo zegt Van Puyenbroeck, voorlopig geen optie: “Daarvoor zijn onze volumes te klein zijn, tenzij we ze zouden bundelen met die van andere fabrikanten.”
Reefercontainers
De binnenvaart was voor United Biscuits wél haalbare kaart. Containerterminal TCT bevindt zich op een steenworp afstand van Schenker, de logistiek dienstverlener van United Biscuits. Op TCT zijn alle grote rederijen vertegenwoordigd. Shuttlediensten verbinden de terminal dagelijks met de haven van Antwerpen.
Terminalmanager Martine Hiel met Albert Absillis, voorzitter van Waterwegen en Zeekanaal (links) en Leo Clinckers, gedelegeerd bestuurder Waterwegen en Zeekanaal.
Het enige probleem was dat de koekjes en chocolade in koelcontainers moeten worden vervoerd, onder een constante temperatuur van 15°C. Deze reefercontainers waren tot voor kort op de Vlaamse binnenwateren niet te bespeuren. Een belangrijke oorzaak is volgens transportdeskundige Sylvain Demolder het structurele tekort aan reefercontainers. “Het zou zonde zijn als ze twee dagen lang leeg op een binnenlandse terminal bleven staan. Ze blijven dus meestal in de zeehavens.”
Potentieel
Op verzoek van United Biscuits en in samenwerking met Demolder startte Waterwegen en Zeekanaal eind 2009 een onderzoek om te kijken of ook andere bedrijven bereid zijn om hun goederen in reefercontainers via het water te transporteren. Het potentieel bleek ver boven de 100.000 TEU op jaarbasis te liggen. Met deze cijfers kon Kuehne & Nagel de rederijen Maersk, NYK en CMA CGM overtuigen om reefercontainers in het binnenland beschikbaar te stellen.
Eind vorig jaar bewees een pilot dat de transporten economisch haalbaar zijn. “Dit alles zonder één cent subsidie”, aldus een trotse Demolder. “Bovendien levert elke container die via het water naar Antwerpen gaat een CO2-reductie van 31 procent ten opzichte van het wegvervoer.”
Korte afstand
Om de reefers te kunnen koelen moeten terminals over een elektrische aansluiting beschikken. Ook de schepen hebben een reeferplugaansluiting nodig, zodat de koelcyclus nooit wordt onderbroken.
Het ms Macoma, dat week de eerste reefer aan boord nam, vaart voor Danser Containerline. “Op de Rijn is het transport van reefers al heel gebruikelijk”, aldus Ben Maelissa van Danser Containerline. “De containerschepen die er varen hebben soms wel 24 reeferplugs aan boord. Reefertransport op relatief korte afstand is nieuw en staat ook in Nederland nog in de kinderschoenen. We zijn ervan overtuigd dat als dit doorzet ook kleinere schepen voorzien zullen worden van een reeferplug. Bijna alle schepen die tegenwoordig nieuw gebouwd worden, treffen die voorziening direct.”
Danser Containerline heeft in België en Nederland zo’n veertig binnenschepen onder contract. “Als er een hausse van reefers zou komen, kunnen we extra schepen inzetten.”
Zaandam-Lambermont
Op dit moment zet United Biscuits tien tot vijftien containers per week op het binnenschip. Ze worden samen met gewone containers vervoerd. “We willen minimaal 80 procent van onze reefers via de binnenvaart laten lopen”, aldus Van Puyenbroeck. “Dat zijn op jaarbasis 250 40-voetscontainers oftewel 500 TEU.”
“Daarnaast kijken we of we een aantal importstromen vanuit de Verkade-fabriek in Zaandam en onze fabriek in Lambermont (Luik) op het water kunnen zetten. Theoretisch is het haalbaar, maar er is een extra overslag nodig in Antwerpen. We bekijken of we onze eigen volumes met andere goederenstromen kunnen bundelen.”
Kring doorbreken
“Zoveel mogelijk vracht van de weg halen moet onze dagelijkse doelstelling zijn”, zegt Leo Clinckers van Waterwegen en Zeekanaal. Hij hoopt dat het initiatief van United Biscuits ook zal leiden tot een versoepeling van de inspectie van reefers met geïmporteerde goederen van plantaardige of dierlijke oorsprong. Reefers met dierlijke goederen worden systematisch op een bepaalde locatie in de Antwerpse haven gecontroleerd die ver van de waterweg ligt. Eenmaal afgedwaald van het waterspoor komen de containers in de praktijk niet meer terug op het water.
De temperatuur in de reefercontainers wordt regelmatig gecontroleerd. Aan boord worden de containers zo neergezet dat de schipper deze controle eenvoudig kan uitvoeren. (foto’s Sarah De Preter)
“Die kring moeten we doorbreken”, vindt ook Sylvain Demolder. Volgens de transportdeskundige is het moeilijk te zeggen hoe lang dat nog zal duren. “Over de inspectie van containers met plantaardige goederen kan de douane autonoom beslissen, maar de inspectie van dierlijke producten wordt Europees geregeld. Je kan daar moeilijk een datum op plakken.”
Voortrekkersrol
Bij TCT in Willebroek kunnen op dit moment twaalf reefercontainers worden aangesloten op het elektriciteitsnet. “Als er meer klanten bijkomen, kunnen we snel uitbreiden”, verzekert Martine Hiel. De terminalmanager is trots op de voortrekkersrol die TCT vervult bij het transport van reefercontainers. “Ook de estuaire schepen die tussen onze terminal en Zeebrugge pendelen en de schepen die op Rotterdam varen hebben al reeferaansluitingen.”
Vorig jaar werd bij TCT Willebroek 108.000 TEU overgeslagen. Dit jaar wordt een overslag van 115 tot 120.000 TEU verwacht. Vanaf TCT zijn er dagelijks afvaarten naar Rotterdam en Antwerpen en één tot twee keer per week naar Zeebrugge. De TCT-terminal in Willebroek is 10 hectare groot en heeft nog uitbreidingsmogelijkheden van 3,5 hectare.
(Sarah De Preter)