- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsGeen brug te ver

Geen brug te ver

- Advertentie -

Delen

Roland Kortenhorst (53) is voorzitter van het BVB en sinds januari van dit jaar ook van Kantoor Binnenvaart. Hij stond alvast mede aan de wieg van de BinnenvaartUnie en is één van de drijvende krachten achter het Transitiecomité dat werkt aan een nieuwe status van de binnenvaartorganisaties.

In het dagelijks leven is Roland Kortenhorst consultant annex lobbyist voor een grote groep bedrijven en instellingen, met een kantoor op een unieke locatie, recht tegenover de ingang van het parlement op het Plein in den Haag. “Vlakbij die hogedrukpan”, aldus het oud-Kamerlid dat momenteel zijn handen vol heeft aan de opdrachten die hij heeft verworven sinds in januari 2010 zijn jonge vliegtuigmaatschappij Sky Taxi het niet redde als direct gevolg van de crisis.
“U wilt een stap maken, wij slaan een brug”, luidt het motto van zijn onderneming Linking Partners. In de binnenvaart gaat hem geen brug te ver. “Ik heb een passie voor schepen en varen. Als kind al.” Zelf vaart hij met een oude sleepboot. Zonen Rembert en Oscar (beiden 15) zwerven ’s zomers met hun kleine sleepbootje over de Friese meren om toeristen ijsjes te verkopen, dochter Julia (18) studeert in Delft scheepsbouw. “Papa, er is veel te weinig binnenvaart op de universiteit”, zei ze en nam een verzameling usb-sticks van het Bureau Voorlichting Binnenvaart mee naar de TU.

Scheepsbouw
Ze treedt in de voetsporen van haar vader. Die studeerde scheepsbouw en scheepvaartkunde aan wat toen nog de TH Delft was. Daar werd de kiem gelegd voor zowel zijn politieke als zijn lobbycarrière, al zou het nog een flink aantal jaren duren voor hij daar fulltime mee aan de slag ging. “De faculteit Werktuigbouwkunde wilde Scheepsbouwkunde overnemen. Daarmee zouden ze in een hogere tabel komen voor wetenschappelijke medewerkers. Kortom: een interne machtsstrijd. De scheepsbouw zelf vond dat vreselijk, probeerde zich na de RSV-problemen te ontwikkelen als kennisindustrie en dreigde nu de academische studie te verliezen. Een hoogleraar wist van mij dat een Kamerlid biertjes kwam drinken in een studentenhuis en vroeg of ik contact wilde leggen. Ik heb dat Kamerlid verteld dat dit niet over bezuinigingen ging maar over een verlies voor de scheepsbouw. Ik moest het op een A4-tje schrijven en zijn VVD-collega Dick Dees – de latere staatssecretaris van WVC – benaderen, en ook leden van de oppositie. Zo zijn we alle partijen langsgelopen en we hebben ze overtuigd. Zo maakte ik mijn eerste commissievergadering mee, van Onderwijs & Wetenschappen. De Kamerleden vertelden allemaal dat de minister niet moest toelaten dat scheepsbouw werd opvreten op de TH.”
Het eerste geslaagde lobbyproject. Eén van de Kamerleden was Huib Eversdijk, jarenlang voorzitter van de CBOB. Eversdijk maakte Kortenhorst lid van het CDA.

Lobby
De studie werd gefinancierd door als nachtportier te werken. “Maar veel liever was ik aan het werk met technische zaken.” Die kans kwam toen een werf in Kootstertille een student nodig had om een panelenstraat in te richten. “Ik ben daar op afgestudeerd en werd daar bedrijfsleider.”
De lobby werd een rode draad door de carrière. Vier werven in Friesland wilden schepen van vijf containers breed bouwen. Alleen moesten daarvoor voor 200 miljoen gulden bruggen en sluizen worden aangepast. Het alternatief was om in Harlingen een buitendijkse assemblagewerf te bouwen. Kosten 30 miljoen. Namens de ‘Stichting Samenwerkende Friese Scheepswerven’ toog Roland Kortenhorst naar Den Haag. “Zij hadden maar 6 miljoen en vonden dat deze investering als alternatief voor de infrastructuur een juiste investering was voor de overheid.” Het plan slaagde. “De maatschappelijke betrokkenheid van Kamerleden in Nederland is groot, ook nu nog. Ook bij de Kamerleden van de PVV.”

 

Roland Kortenhorst: “Ik heb bewondering voor het binnenvaartbedrijf en deel het basisgevoel van ‘moeten overleven’.” (foto Michel de Groot)

Tweede Kamer
Hij bleef in Friesland, werd directeur van werven, lid van de CDA Statenfractie en stapte in 2002 zelf in die hogedrukpan die Tweede Kamer heet. In 2005 raakte hij bijzonder geïnteresseerd in de binnenvaart om twee jaar later Jan de Vries op te volgen als voorzitter van het BVB. Dat bleef hij toen hij in 2008 de Kamer verliet en ondernemer werd met een eigen luchtvaartbedrijf. Eenmaal ondernemer, altijd ondernemer, want na het faillissement van Sky Taxi richtte hij Linking Partners op, een lobbybedrijf dat hij vanuit zijn kantoor in Den Haag runt samen met Marianne Fennema, oud-journaliste en -beleidsmedewerkster van de CDA-fractie. Freelance-medewerkers zijn gestationeerd in Brussel en Zwitserland. Bovendien breidt het Haagse kantoor binnenkort uit, omdat de orderportefeuille vol zit.

Transitiecomité
En tussen dit alles vertegenwoordigt hij enkele dagen per week Kantoor Binnenvaart en BVB als voorzitter. Voor KB betekent dit een sterke betrokkenheid bij het Transitiecomité. Transitie betekent overgang, dus er komt een nieuwe situatie waar naartoe wordt gewerkt. Hoe ziet die nieuwe, gewenste situatie eruit?
“Aan de ene kant zijn er de zelfvarende ondernemers – een groep die mij na het hart ligt – verspreid over geëngageerde organisaties, en aan de andere kant de geoliede machine van het professionele CBRB. Er gaat veel energie verloren aan gesprekken onderling en je staat zwak wegens de lage representativiteit. De politiek vraagt zich af wat die andere 70 procent van de schippers ervan vindt. Het is ongelooflijk jammer dat de binnenvaart in Nederland niet met een plan in de Kamer of op het ministerie komt voor DE oplossing: de binnenvaart is altijd schoner, goedkoper en effectiever dan asfalt. Aan zo’n plan komen we niet toe.”
Niet dat hij de huidige lobby niet goed vindt. “De binnenvaart heeft sympathie, maar de lobby is reactief. Lobby slaagt als je uit moet leggen dat de vaarsnelheid door te weinig uitdiepen tekortschiet. Maar de binnenvaart heeft de sleutel tot de logistiek. Je kan alleen samen een plan ontwikkelen als je stopt met de discussie en tenminste 70 procent wél lid is van een organisatie. Maakt mij niet uit welke.” Ook met VEB en ASV heeft Kortenhorst al gepraat. “Er zijn met ASV principiële verschilpunten, maar over de potentie van het kleine schip zijn we het eens. Laten we het voor de marktwerking met elkaar eens zijn dat we het niet eens zijn.”

Geen eenheidsworst
Gaan die andere organisaties straks op in die ene?
“We gaan geen eenheidsworst maken. Ik denk meer aan een federatief verband, waarin ruimte is voor eigen gedachtegoed. Op een flink aantal onderwerpen zijn we het eens. Ook dat signaal moeten we afgeven. Ik denk dat wat we doen in het Transitiecomité, leidt naar één verband van verschillende organisaties. Dat mensen een CBOB- of CBRB- of ander gevoel hebben, prima. Laat vele bloemen bloeien, daar wordt de tuin heel mooi van. Kijk naar Koninklijke Schuttevaer. Een bijzondere club met grote tradities. Je bent knettergek als je die bron van saamhorigheid kwijtraakt, dan spoel je het kind met het badwater weg. Ook wat Schuttevaer wil, wordt enorm versterkt als we als één verband effectief spreken.”

Varende ondernemers
Voor de buitenwacht is misschien wat onduidelijk dat de stichting Kantoor Binnenvaart binnenkort verandert in de vereniging BinnenvaartUnie. Wat heeft dat met die transitie te maken?
“We maken de vier organisaties in het KB en de 300 contractanten een vereniging, waarmee ze transitie-klaar zijn.”
Hoort daar straks ook de Groep Varende Ondernemers van het CBRB bij?
“Ik geloof in natuurlijke processen. Die komen uit het hart en zijn het langst houdbaar. De varende ondernemers voeren gesprekken met elkaar en die sluiten de rijen.”

Nachtmerries
Het onderzoek dat Kantoor Binnenvaart liet doen naar de motivatie onder schippers om zich te organiseren, bracht aan het licht dat mensen zich eerder aansluiten als er beter wordt samengewerkt door de organisaties en dat jonge ondernemers meer op basis van rationele argumenten lid worden, minder vaak omdat vader en opa ook lid waren. Voor een rationele aanpak wil Roland Kortenhorst graag kiezen. “We worden gesterkt door het rapport.”
Bruggen bouwen mag technisch klinken, het is voor hem vooral een intellectueel spel. Hoe verplaatst hij zich in de positie van de schipper aan boord?
“Mijn plek onder de zon is anders dan die van de schipper en zijn onderneming. Daarom hebben we elkaar nodig. Wat hij kan, kan ik niet en wat ik kan, kan hij niet. Wat belangrijk is: ik heb meegemaakt wat de ondernemer in zijn nachtmerries niet tegen wil komen. Met het luchttaxibedrijf. Ondernemen is ook allemaal mooie praatjes aanhoren en dan vertelt de bank wat ik moet doen. Je voelt de strop om je nek en voor je het weet trekken ze hem aan en je kan er niks aan doen. Dat gevoel ken ik. Ik heb bewondering voor het binnenvaartbedrijf en deel het basisgevoel van ‘moeten overleven’. Met mijn energie en mijn netwerken hoop ik dat we wat voor elkaar kunnen betekenen.”

Survival
De binnenvaart bleek het bij de begroting van I&M niet slecht te doen. “Dat is survival voor Nederland. De economie staat stil als er geen binnenvaart meer is.”
Maar daar is toch geen sprake van? Zelfs al gaan duizenden schippers failliet, de schepen blijven varen.
“Op het moment dat er geen bemanningen meer zijn, de Roemenen en Chinezen de schepen beheren, dan kun je zeggen dat het schip nog vaart, maar je bent de grip kwijt, het vakmanschap verdwijnt en je geeft de sleutel voor de oplossing uit handen. De schepen alleen zijn niet de binnenvaart. Het draait altijd om ménsen. En Nederlandse binnenvaartondernemers, zeker de zelfvarende, ervaar ik stuk voor stuk als fijne mensen. Daar ga ik voor, en niet anders.”
Roland Kortenhorst is niet voor één gat te vangen, of in zijn termen: voor hem is niet snel een brug te ver.

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -