Bij het jaarlijkse CBRB-diner dat donderdagavond 27 oktober werd gehouden in Barendrecht, bleek dat de sociaaleconomische organisaties CBRB en Kantoor Binnenvaart er steeds meer klaar voor zijn om zich op te maken voor een fusie, ergens de komende jaren.
Pieter Struijs bij het CBRB-diner…
De ledenvergadering van het CBRB die voorafgaand aan het diner werd gehouden, had besloten voor te stellen om volgend jaar de jaarvergadering en het diner gezamenlijk met Kantoor Binnenvaart te houden. Dit maakte CBRB-voorzitter Pieter Struijs bekend in zijn jaarrede tijdens het diner. Er werd voor geapplaudisseerd en Arie Kraaijeveld – voorzitter van het Transitiecomité – complimenteerde het CBRB met dit voorstel. Even later vroeg voorzitter Roland Kortenhorst van het Kantoor Binnenvaart het woord en zei graag op het voorstel in te willen gaan om volgend jaar één binnenvaartcongres te houden. “Dit jaar is het gezellig met 200 man hier. Volgend jaar in een hangar met 2.000 man is het nog gezelliger.” Hij stelde ook voor te zien of er dan al een contributie-arrangement mogelijk is voor gecombineerd lidmaatschap van Koninklijke Schuttevaer, Kantoor Binnenvaart en CBRB. In een reactie daar weer op stelde Pieter Struijs dat dat dan meteen maar naar één organisatie kan worden.
…en Roland Kortenhorst bij het CBRB-diner.
Dit ‘opbieden tegen elkaar’ door de voorzitters – wie doet het meest vergaande voorstel – werd niet door iedereen evenveel op prijs gesteld. Voor Arie Kraaijeveld is dat ook niet de manier om dit soort ontwikkelingen te realiseren. In zijn speech tot de dinerende gasten van het CBRB gaf hij aan het op dat punt ook absoluut niet eens te zijn met wat Arie Verberk schreef in zijn rapportage als binnenvaartambassadeur vorig jaar. “De opmerking van Arie Verberk dat het Transitiecomité de bevoegdheden van de organisaties moet overnemen ben ik het niet mee eens. De ontwikkeling moet bij de leden vandaan komen en niet door het bestuur worden opgelegd. Dat is een Russisch model, of Kim Jung Il kan het zo doen. En ik weet ook nog wel een paar Arabieren die zo werken.” Zo zal het hier niet gaan, als het aan Kraaijeveld ligt. Hij waarschuwde de organisaties dat ze de huidige beweging niet uit hun vingers moeten laten glippen. De struikelblokken – door hem omschreven als ‘takkenbossen op de weg’ – voor de eenwording van de organisaties lijken te worden opgeruimd. Onder andere de NN-gelden, waar voor het beheer ervan nu een aparte stichting wordt opgericht. Een andere ‘takkenbos’ noemt Kraaijeveld de keuze voor huisvesting. De organisaties willen weg van het Vasteland, maar konden het maar moeilijk eens worden waar ze heen gaan. Een optie is de Willemswerf aan de Boompjes, waar ook de redersvereniging en Scheepsbouw Nederland zijn en worden gehuisvest.
Kraaijeveld stelde dat de organisaties geen keus hebben. Het is nu of nooit, of in zijn woorden: “Als het nu niet lukt, kies je voor je eigen beleidsmatige faillissement.”