Biomethanol is de meest kosteneffectieve optie voor veerboten met een geringe diepgang. Zoals de veren de Nederlandse en Duitse Wadden. Die conclusie trekt Conoship International. De Groningen scheepsarchitecten zijn momenteel betrokken bij verschillende studies en nieuwe scheepsconcepten voor een emissievrije scheepvaart.
Conoship heeft een lange staat van dienst met veerboten, met name voor de Nederlandse en Duitse Waddenzee. “Een veerboot stelt veel uitdagingen met betrekking tot de veiligheidsvoorschriften voor passagiers”, aldus Conoship. “Emissieloos varen, oftewel CO2-neutraal, stelt ook verschillende uitdagingen op het gebied van veiligheid.”
Voordelen boven waterstof en LNG
Voor het onderzoek is gekeken naar een bestaand, en daarmee technisch haalbaar schip: de door Conoship ontworpen en door Thecla Bodewes Shipyards gebouwde veerboot Adler Rüm Hart. “De meest geschikte én toekomstbestendige brandstof is nu biomethanol. Met het oog op de bunkering is het geschikt voor een veerboot met een vaste route en anders dan waterstof is het direct beschikbaar en bruikbaar.
“Met biomethanol worden de emissies grotendeels verminderd en, in tegenstelling tot LNG, kan het CO2-neutraal worden wanneer het uit een bron van biomassa komt of synthetisch is geproduceerd met hernieuwbare energie.”
Regelgeving
De algemene conclusie van de casestudy is dat het mogelijk zou zijn om op biomethanol te varen, aangezien dit geen significant effect heeft op het algemene ontwerp van een schip. Sommige systemen moeten wel worden gewijzigd om aan de functionele vereisten van de regels te voldoen. Het sleutelwoord daarbij is ventilatie, aldus Conoship.
Omdat de ontwikkeling van een veerboot op biomethanol nieuw is, geldt dat ook voor het regelgevingsproces. Daarvoor werkt Conoship samen met Lloyds Register aan een classificatie-assessment voor het ontwerp.
