Op 1 juli treedt de Binnenvaartwet in werking. De Binnenvaartwet vervangt de huidige Binnenschepenwet (technische voorschriften voor binnenvaartschepen), de Wet Vervoer Binnenvaart (toelating tot de markt) en de Wet Vaartijden en Bemanningssterkte Binnenvaart (bemanningsvoorschriften en de vaartijden). Ook wordt de Europese richtlijn 2006/87/EG geïmplementeerd.
Met de invoering van de Binnenvaartwet, het Binnenvaartbesluit en de bijbehorende regeling worden enkele administratieve (vergunning, vaarbewijs) en technische wijzigingen doorgevoerd.
Pleziervaartuigen met een lengte van 20 meter of langer worden certificaatplichtig. Voor schepen met een lengte van 25 tot 40 meter wordt een beperkt groot-vaarbewijs verplicht. Ondernemers in de beroepsvaart hoeven vanaf 1 juli niet meer in het bezit te zijn van een vergunning en vergunningsbewijs. Wel blijven de eisen die gesteld worden aan de vakbekwaamheid van kracht.