De Lady Anneke is de tweede van zeker vier nieuwe sea-riverships die Wijnne Barends in gebruik neemt. Net als de overige drie is er bij de Lady Anneke ook sprake van een varende vennoot, in de persoon van de Russische kapitein-participant Leon Grebennikov. “We hebben een gezamenlijk belang, dat maakt het project sterk”, zegt director shipping van Wijnne Barends Dirk Pol.
“Met dit project willen wij talentvolle mensen die zelf niet uit een familiebedrijf afkomstig zijn de kans geven om door te groeien. Iedereen die iets wil bereiken moet ooit ergens de kans krijgen”, vertelt Pol. “De samenwerking met varende participanten voor deze vier schepen is inmiddels helemaal rond.”
Varende participanten
De varende participanten op de Lady Anna, Lady Anneke, Lady Alexandra en de Prinses Amalia – waarvan de bouw ook inmiddels van start is gegaan – zijn twee Nederlanders, een Pool en de Russische Grebennikov. Drie van hen varen al langer voor Wijnne Barends, één varende participant is afkomstig van buiten de eigen organisatie.
De onderhandelingen om deze serie uit te breiden tot acht zijn inmiddels vergevorderd. De beoogde varende participanten voor de volgende vier zijn inmiddels in beeld. Pol: “Deze mensen hebben talent en vertrouwen in ons, het project, het scheepstype en de bemanning. Zij steken hun nek uit en daar zijn wij heel blij mee.”
Talent
Hij benadrukt dat het talent van de varende participant buiten kijf moet staan. “De complexiteit van het beroep van kapitein neemt hand over hand toe. Er is dankzij moderne communicatiemiddelen volcontinue monitoring van elke vaarbeweging mogelijk, heel anders dan vroeger toen je buiten het zicht van de haven bij wijze van spreken alles kon doen en laten wat je wilde. Bovendien zijn de controles van autoriteiten veelvuldig en veelomvattend, met name omdat deze schepen onder het regime van zeeschepen vallen.”
Leon Grebennikov (links) en Dirk Pol. (foto’s Jan Johan ten Have)
De bouw van de vier bibu-schepen van het type Sea River Liner 3700 gaat snel. Werd vorig jaar april pas de overeenkomst tussen reder Wijnne Barends en scheepswerf Groningen Shipyard getekend, inmiddels zijn drie van de vier bestelde schepen te water gelaten en staat de doop van nummer vier Prinses Amalia gepland voor begin juli. Over de aanleiding voor de bouw van deze serie zegt Pol: “Er is de laatste jaren maar een handjevol sea-riverships gebouwd. De laatste hausse in bibu-schepen dateert van ongeveer een decennia geleden. Dus de tonnage in deze markt verouderde behoorlijk. En dat terwijl klanten duidelijke leeftijdsrestricties stellen in verband met transportverzekeringen. Bovendien is in de huidige economische omstandigheden bouwprijs een behoorlijk bepalende factor. Voor zover mij bekend zijn wij de enige die momenteel in dit segment een nieuwe serie bouwen.”
Milieu
Daarnaast ligt er toenemende nadruk op milieueisen. De Lady Anneke is – net als haar zusterschepen – uitgerust met een relatief lichtgewicht hoofdmotor. De Caterpillar 3508C levert met 746 kW een relatief laag vermogen voor een schip met 3.700 ton draagvermogen. Scepsis hierover smoort Pol in de kiem: “De verhouding motorvermogen/laadvermogen is geen probleem gezien de verbeterde vormgeving van het onderwaterschip.”
Het schip is een ontwerp van Wijnne Barends en de werf, in nauwe samenwerking met Conoship International in Groningen en Groot Ship Design in Leek. Zowel de cascobouw als de afbouw van de schepen vindt plaats bij Groningen Shipyard in Waterhuizen.
Al deze bedrijven zijn Gronings, evenals Wijnne Barends, dat in 1855 in de stad Groningen werd opgericht. “Een van de oudste rederijen die nog altijd onder eigen naam vaart”, weet Pol. “Wijnne Barends werd opgericht toen het Eemskanaal nog niet bestond en schepen vanuit Groningen via de Lauwerszee veelal richting Scandinavië, de Baltische staten, Rusland en Polen voeren.”
Wijnne Barends breidde in het verleden uit met een agentschap passagiersdiensten, later reisbureau, maar focust zich inmiddels weer volledig op goederenvervoer. “Daarom vinden wij het mooi om langs het Winschoterdiep te bouwen, dat past helemaal in ons Groninger karakter.” En over de samenwerking met Groningen Shipyard: “De samenwerking is prima. Groningen Shipyard onderscheidt zich in snelheid van levering. De werf heeft de logisitieke processen heel goed voor elkaar, waardoor de omloopsnelheid er hoog is.”
Vaargebied
De Lady Anneke gaat varen met voornamelijk bulkgoed en stukgoed, zoals hout, kunstmest, potgrond, graan en staal. Het vaargebied wordt naar verwachting met name het Noordzee-/Oostzeegebied, met toegang tot de Rijn en Britse getijdehavens. Met een ingeklapte mast heeft het schip een kruiplijn van 8,50 meter, nog 20 centimeter lager dan nummer één uit de serie, Lady Anna. Ook begeeft het schip zich naar verwachting af en toe richting Scandinavië en de Atlantic, als is het daarvoor eigenlijk niet specifiek gebouwd.
Pol: “Bij het ontwerp hebben we ingezet op een ideale verhouding laadvermogen/snelheid/verbruik bij wekelijkse cycli. Aangezien laden en lossen in het weekend meestal niet mogelijk is, willen we voorkomen dat wij te vaak enkele dagen noodgedwongen stil moeten liggen. Een wekelijkse cyclus is daarom gangbaar in deze markt.”
Carbon footprint
De Sea River Liner 3700 is de enige 3700-tonner die de binnenwateren op kan, in geval van de Rijn helemaal tot Duisburg. Dit voorkomt veel voor- en natransport, in veel gevallen zelfs twee keer overslag, wat de kosten voor de verlader aanzienlijk drukt. Bovendien scheelt het heel wat wegkilometers, wat bepaald gunstig is voor de carbon footprint. Geheel naar de eisen van deze tijd is bij de ontwikkeling van deze serie op vele fronten rekening gehouden met duurzaamheid. Zo is het uitgerust met warmteterugwinning in de machinekamer. Door middel van warmtewisselaars wordt het koelwater van de motoren gebruikt voor verwarming van de accommodatie. Dat zorgt voor minder verbruik van brandstoffen, goed voor het milieu en ook financieel aantrekkelijk.
Bovendien is de verwachting dat er in de scheepvaart in de toekomst steeds meer gewerkt gaat worden met indexen van uitstoot, aan de hand waarvan vervuilers nog eens extra gaan betalen. Pol: “Door lagere prijzen als gevolg van de economische crisis zag je een behoorlijke verschuiving van water- naar wegtransport. Momenteel zie je een toename van de bewustwording van het belang van een gunstige carbon footprint.”
En ook qua maatschappelijk verantwoord ondernemen investeren Wijnne Barends en de varende participanten in deze reeks. Pol: “Zo hebben de mensen aan boord continu beschikking over internet. Natuurlijk is dat voor het dagelijkse werk een uitkomst, maar ook het sociale aspect is van groot belang, onze mensen zijn voor het thuisfront altijd bereikbaar en dat is een groot goed.”
(Jan Johan ten Have)