Hoewel Jacco van Brakel en Rob de Leeuw kort voor de doop nog genoeg aan hun hoofd hebben, nemen ze toch de tijd voor ons en natuurlijk wordt dat zeer op prijs gesteld. We zitten in het stuurhuis van het nieuwe mts Port Elizabeth. Rob gaat voor de koffie zorgen en eerlijk gezegd hebben we daar onderweg al aan gedacht.
Helaas is de stroom er even af. Ook zonder koffie zijn we zeker zo benieuwd hoe het met de ondernemers gaat. Het is al weer een jaar of vier terug dat wij hen voor het eerst ontmoetten en hun visitekaartje van Scheepvaartonderneming L.W. de Leeuw in ontvangst namen.
(foto’s Hans Heiligers)
Ondertussen is dit al weer het zesde nieuwbouwschip waarover we gaan schrijven. Op grond van de hechte band die het tweetal met Reederei Jaegers GmbH heeft, was er ruimte voor uitbreiding van volumes. In alle rust is er uitgekeken naar een casco type C om er een schip van te bouwen dat voldoet aan de strenge kwalificaties van de rederij.
Het mts Port Elizabeth wordt hiermee het vierde nieuwbouwschip dat voor Jaegers wordt ingezet. Vanaf deze week kunnen we het zien varen op het traject naar Duisburg.
Digitaal stabiliteitsprogramma
Het schip heeft de afmetingen 110 x 11,45 meter en de tien tanks van het 2-partijen-schip hebben een gezamenlijke inhoud van 3.800 m3 bij een tonnenmaat van 3.225. Onderweg voor afbouw bij VeKa in Werkendam heeft het Chinese casco nog een tussenstop gemaakt voor het stralen en coaten.
Alle ervaring die met de vorige schepen is opgedaan, werd in dit schip samengebracht. “Als noviteit heeft Werkina in dit schip een digitaal stabiliteitsprogramma gebouwd”, zegt Rob de Leeuw.
Als we kort daarna het schip bekijken en in het voorschip afdalen, zien we nog meer van Werkina. Als je zo’n deur van een willekeurig kast openmaakt, zie je het werk van mensen die met ongelofelijk geduld en veel precisie orde hebben geschapen aan het eind van de samenkomst van het oerwoud van kabels die van voor naar achter lopen. Alles overzichtelijk gebundeld en gedocumenteerd.
Werkbank
Aan de buitenzijde van de kasten zien we dat de Caterpillar-generatorsets in het voorschip een capaciteit hebben van 124 en 525 kVA Winnaar in stroomafname is de thermische verwarming: ditmaal een rechtop staande ketel van Heatmaster die maar liefst 1750 kW trekt. Gesterkt door prima ervaringen op de andere schepen hebben Jacco en Rob ook hier weloverwogen gekozen voor een 367 kW sterke boegschroef van Verhaar Omega.
We lopen naar achteren langs het dubbel uitgevoerde dekleidingsysteem dat gebouwd is door VeKa. Het zware pompwerk voor de stookolie werd opnieuw toevertrouwd aan deepwell-pompen van Marflex. De machinekamer op het achterschip is net ontdaan van alles wat voor het spuiten werd afgeplakt. Tegen de achtergrond van de hagelwitte wand domineert het geel van de Caterpillar 3512 van 1820 pk. Jan de Vries van VeKa bedacht een stoere werkbank die geen extra ruimte in neemt: hij bouwde het boven de pompen.
Dat wordt eveneens de plek waar we kapitein Theo Remie in zijn vrije tijd kunnen zien werken aan zijn scheepsmodellen. Theo heeft net zijn verhuizing vanaf mts Jongert afgerond, een ander schip van de vloot van het Nijmeegse ondernemersduo. Trudie Remie heeft haar inzet gegeven aan de inrichting van de door Hoogendoorn betimmerde woning.
Het schip is ingeschreven onder de naam van Port Elizabeth Shipping B.V. en heeft als thuishaven Nijmegen: hoe kan het ook anders bij deze twee ondernemers die volbloed N.E.C.-supporters zijn. Toch werd het schip afgelopen zaterdag in Arnhem langs de Rijnkade door Trudie Remie gedoopt en door aalmoezenier Van Welzenes ingezegend.
0-1
Waarom in Arnhem, vragen wij? Rob de Leeuw zegt dat hij heeft beloofd dat wanneer N.E.C. de uitwedstrijd tegen Vitesse in Arnhem zou winnen hij als tegenprestatie het schip in het geel-zwarte Arnhem zou laten dopen.
Ruim 20.000 toeschouwers waren vorige week zondag getuige van de afsluitende stand op het scorebord Vitesse-N.E.C.: 0-1. En belofte maakt ook in Nijmegen schuld: vandaar de doop in Arnhem.
(Hans Heiligers)
