Veel schippers kennen het kunstwerk met de twintig scheepjes dat op de Prinses Beatrixsluis hing. Het zat aan de pilaar van de loopbrug naar de oude bedienruimte. De pilaar werd gesloopt, maar het kunstwerk kreeg een tweede leven. Het hangt nu aan de werkloods van het sluiscomplex.
Het kunstwerk van twintig scheepjes, die tussen de 50 en 90 centimeter groot zijn, is gemaakt door de Nieuwegeinse kunstenaressen Betty de Groot en Jacqueline Tijssen. In 1999 maakten zij samen met een aantal andere Nieuwegeinse kunstenaars kunst in een paar zeecontainers bij de sluis. Dit was ter gelegenheid van de oplevering van het (nu verwijderde) bediengebouw en de loopbrug. Zij maakten toen een soort letterbak met schepen van klei. Rijkswaterstaat gaf de keramisten daarna opdracht om twintig schepen te vervaardigen.
Niet in afvalcontainer
Rijkswaterstaat en Sas van Vreeswijk, de aannemingscombinatie die de derde kolk bouwde, vroegen Betty de Groot en Jacqueline Tijssen om mee te denken over een reddingsplan en een geschikte nieuwe plek. Jacqueline Tijssen: “Tot onze grote verbazing en vreugde verdwenen de scheepjes niet in een afvalcontainer. De oude werkloods werd de nieuwe plek.”
“Onze zorg was of de scheepjes de tand des tijds hadden doorstaan. Groot was onze opluchting toen bleek dat, op een enkel haarscheurtje na, de scheepjes nauwelijks te lijden hadden gehad.”
Optocht
De scheepjes zijn van het beton gezaagd en te drogen gelegd, waarna De Groot en Thijssen aan de slag konden met schoonmaken, repareren en opnieuw in de botenlak zetten. Betty de Groot: “Het was heerlijk om na twintig jaar je werk weer onder handen te nemen. We werden weer helemaal trots op onze prestatie van toen. En eerlijk is eerlijk, het werden ook gezellige bijkletsdagen.”
De scheepjes zijn voorzichtig en in samenspraak met De Groot en Thijssen op hun nieuwe plek gehangen. “Wat zijn we blij dat het kunstwerk behouden is! En nu vormen de scheepjes samen niet meer een zeil, maar een optocht van hier naar daar.”
