Het is alweer drieënhalf jaar geleden dat Robin Faasse eigenaar werd van de eerste 110-meter Sunrisetanker Chantal. En van die investering heeft hij nooit spijt gehad. Sterker nog, binnenkort wordt Faasse eigenaar van het gloednieuwe tweelingzusje van zijn Chantal, de 110 x 11,45 meter grote Chantal II. Eigendomsformaliteiten weerhielden hem er niet van om al voor de Kerst de trossen los te gooien bij GS Yard in het Groningse Waterhuizen. Het schip was helemaal klaar en dus kon er gevaren worden.
Op het moment dat Faasse formeel eigenaar is, bestaat zijn vloot uit drie eigen schepen: naast de Chantal en de Chantal II is er ook nog de 85-meter tanker Calidris. Hij vertelt: “De belangrijkste reden om uit te breiden was onze uitstekende ervaring met de Chantal. Wij kunnen minimaal 140 ton meer vracht meenemen dan een standaard 110-meter-tanker, tegen een opmerkelijk laag brandstofverbruik van 160-170 liter per uur in de Rijnvaart. Dat maakt de verhouding verbruik-laadvermogen opvallend gunstig.”
Meerdere bevrachters
“Vanuit bedrijfseconomisch perspectief waren wij met onze Chantal bij diverse bevrachters meer dan welkom. De afgelopen drieënhalf jaar hebben ons geleerd dat dit type schip niet alleen bedrijfseconomisch uitstekend presteert.”
“Ook de milieuprestaties zijn zeer goed, uiteraard mede door het relatief lage verbruik. Over de kwaliteit van het schip kan ik alleen maar zeggen dat die gewoon prima is. Naast regulier onderhoud hebben wij nog nooit noemenswaardige problemen ondervonden.”
De keuze voor opnieuw een Sunrisetanker was dan ook geen heel verrassende. Faasse: “Met deze nieuwbouw anticiperen wij op een marktvraag.”
Waar de Chantal vaart voor bevrachter Maintank Schiffahrtsgesellschaft (MTS) uit Wörth am Main, gaat de Chantal II varen voor Reederei Jaegers met hoofdkantoor in Duisburg. Faasse: “MTS had momenteel geen behoefte aan uitbreiding en vanuit marktinzichtelijk oogpunt vaar ik graag voor meerdere bevrachters. Daarom ben ik zeer content met de overeenkomst die wij met Jaegers hebben kunnen sluiten.”
“Het vaargebied van de Chantal II wordt behoorlijk groot: de Rijn met Duitse kanalen tot aan Dortmund, Main, Moezel en de ARA-regio.”
Pensioenvoorziening
En dan speelde er nog iets, vertelt Faasse: “Ik was nog maar 23 jaar oud toen ik bijna een kwart eeuw geleden zelfstandig kapitein-eigenaar werd van mijn eerste schip, de Scaldis. Nu ben ik op een leeftijd gekomen dat ik het tijd vind worden om aan mijn pensioenvoorziening te gaan denken.”
“Niet dat ik er nu al mee wil ophouden, maar het is goed om voorzieningen te treffen om er op je oude dag ook een beetje warmpjes bij te zitten.”
In de eerste jaren was het niet gemakkelijk. Nadat Faasse het ‘jongen, doe het toch niet’ van zijn ouders in de wind had geslagen, ging hij hard aan het werk met zijn 82-meter-vrachtschip. Terugkijkend omschrijft hij het ironisch als “een leerzame tijd”.
Hierover vertelde hij eerder: ,,Mijn ouders zaten vroeger in de tankvaart. Maar ik had mezelf voorgenomen om nooit van mijn leven op een tanker te gaan varen. Ik vond die markt vroeger een slangenkuil. Maar de tankermarkt ontwikkelde zich in een richting die ik niet had voorzien; de tankvaart professionaliseerde enorm. En tot op de dag van vandaag is de tankvaart enorm professioneel, de techniek is – ook qua effect op het leefmilieu – ontzettend ver.’’
Gestroomlijnd
De Chantal II is technisch vrijwel identiek aan haar tweelingzusje. Zo wordt het schip voortgestuwd door twee 500 pk sterke Volvo Penta D13 MH-500 gemariniseerde truckmotoren. Ook staan er een Volvo Penta D9 MH generatorset en een Reintjes WAF 364L keerkoppeling aan boord, alle geleverd door Groeneveldt Marine Service. De boegschroef is een 330kW sterke Verhaar Omega en de 5-blads schroef van 1,55 meter is van ProMarin.
De achterzijde van het onderwaterschip is destijds door de ontwerpers en engineers van Ingenieurtechnik KWL uit Erlenbach am Main optimaal gestroomlijnd, zodat de watertoevoer op de schroeven optimaal is. Bovendien is het schip door Damen Marine Components voorzien van straalbuizen, wat een positieve invloed heeft op de toch al zeer gunstige verhouding snelheid-verbruik-laadvermogen. De engineering en installatie van de machinekamers kwam voor rekening van Maritiem Cluster Friesland (MCF).
Betrokken directie
Met de wens voor een tweede Sunrisetanker was de keuze voor een werf ook meteen gemaakt. “Anderhalf jaar geleden gingen wij voor het eerst in gesprek met Daniel Gausch en Christian Hochbein van GS Yard. En we waren er snel uit. Gezien onze ervaringen met de bouw van de Chantal kenden we de werf natuurlijk goed. En net als destijds is ook nu de samenwerking ons prima bevallen.”
“Wat hier echt bijzonder is, zijn de korte lijnen naar de werfdirectie. De heren Gausch en Hochbein zijn hier vaak aanwezig en direct aanspreekbaar. Zij tonen zich benaderbaar en zeer betrokken bij alles wat er gebeurt. En wat ik ook een heel groot pluspunt vind: deze werf verzorgt de bouw van A tot Z zelf: zowel de cascobouw als de afbouw.”
“Uiteraard zijn er vele onderaannemers betrokken, maar alles gebeurt hier uit naam van GS Yard. Dat draagt bij aan de opvallend korte bouwtijden.”
“Ook in dit geval”, besluit Fasse. “De enige vertraging die wij kenden was bij het schilderwerk, begin december. Toen lag er plotseling een pak sneeuw, dat is nou eenmaal overmacht.”
