Met de ingebruikname van de gloednieuwe Sunrisetanker maken Ger Langeslag en zijn zonen Sander en Patrick de overstap naar de dubbelwandige tankvaart. Hiermee is de Rotterdams-Zeeuwse familie klaar voor de toekomst.
Voor vader Ger was de overstap niet meer nodig geweest. Hij is inmiddels 65 en was normaal gesproken volgend jaar met pensioen gegaan. Echter, zijn beide zonen zetten – tot zijn genoegen – als vijfde generatie de familietraditie in de scheepvaart voort .Zij nemen het familiebedrijf in de tankvaart over: Patrick met name vanaf de wal en Sander als kapitein en mede-eigenaar aan boord.
Nieuwbouw
Gezien de dubbelwandigheidseisen die volgend jaar van kracht worden, was het tijd om voor het eerst in de bedrijfsgeschiedenis te investeren in nieuwbouw. “Dus doe ik nog een paar jaar mee, dat vind ik leuk”, zegt pa Langeslag.
Nieuwbouw, dat was wel een dingetje. Want Ger Langeslag bezat in zijn 50-jarige carrière op het water heel wat schepen. Maar nooit was het een nieuw schip dat in eigen beheer werd gebouwd. Terwijl hij geniet van zijn sigaartje, vertelt Langeslag senior: “Als die dubbelwandigheidseisen er niet waren geweest, hadden wij waarschijnlijk ook nu niet geïnvesteerd in nieuwbouw. Ik heb altijd bestaande schepen gekocht en daarmee een goede boterham verdiend. Nieuwbouw vond ik een groot risico, dat hoefde van mij niet zo nodig.”
Van Alpa tot Patmos
Ger Langeslag werd geboren in een scheepvaartfamilie. Zelf vaart hij ook al zijn hele leven. Dat begon aan boord bij zijn ouders, waarna hij een tijdje bij Rijkswaterstaat aan de slag ging in het baggerwerk. Bij rederij W. de Beijer in Arnhem werkte hij als kapitein; eerst in de vrachtvaart en later op een duwboot. Met name in de ARA-regio voer hij met eetbare olie.
Als telg van een vrachtvaartfamilie was dit zijn eerste kennismaking met de tankvaart. Het bleek een liefde die beklijfde. Hij bleef de tankvaart zijn hele werkzame leven trouw: “Tankvaart ligt mij beter dan vrachtvaart.”
In 1982 kocht Ger Langeslag zijn eerste eigen tanker, de 1000-tonner Alpa, in 1990 gevolgd door de tweede 1000-tonner en niet veel later een 2000-tonner als derde schip. Schepen kwamen en gingen. De vloot werd later aangevuld met een 3000-tonner en een 2800-tonner. De laatste jaren hadden vader en zonen Langeslag de 3000-tonner Patmos in charter. “Ik vaar al twintig jaar bij mijn vader aan boord. Daarnaast heb ik tussendoor in totaal zes jaar op andere schepen gevaren, altijd in de tankvaart.”
Korte zoektocht
De enkelwandige Patmos moet volgend jaar uit de vaart. Gezien de huidige markt voor dubbelwandige tankers was vervangende nieuwbouw bedrijfseconomisch gezien de beste optie. Sander: “Wij wilden nieuwbouwen op 110 meter lengte. Dat vinden wij een mooie maat voor de Rijnvaart waarin wij actief zijn. Met die lengte kunnen wij overal komen waar we moeten zijn, ook op de zijrivieren en -kanalen.”
De Return is 110 bij 11,45 meter en heeft een tonnage van 2.630 bij 3,07 meter diepgang. Het schip gaat op contract voor een Duitse bevrachter varen met minerale oliën.
De zoektocht naar nieuwbouwmogelijkheden duurde niet erg lang. De familie Langeslag kwam al heel snel terecht uit op het Sunriseconcept van de Groninger GS Yard: “Ik ken werfeigenaren Christian Hochbein en Daniel Gausch al tientallen jaren en doe vaker
zaken met hen. Met de wensen die wij hadden, konden we bijna niet om het Sunriseconcept van deze werf heen: maximale tonnage voor deze lengte met een zeer aantrekkelijk brandstofverbruik.”
Voor Langeslag senior was er gevoelsmatig nog wel een kleine hobbel te overwinnen: “De Sunrise is een zeer economisch en functioneel gebouwd schip. Het is tot in detail gebouwd om maximaal rendement mee te behalen. Maar voor mij persoonlijk speelt het esthetisch aspect ook een rol. Ik hou van een mooi achterschip en de Sunrise is nou eenmaal niet het meest oogverblindende schip om te zien. Ik weet het wel: schepen zijn er om mee te werken en zo goed mogelijke rendementen mee te behalen. En in dat opzicht is dit echt een topschip. Maar gevoelsmatig moest ik er wel even aan wennen.”
Van haver tot gort
Die gewenning gebeurde grotendeels tijdens de afbouw van het schip. Gedurende de drie maanden waarin de Return aan de boorden van het Winschoterdiep werd afgebouwd, waren Ger en Sander Langeslag fulltime op de werf aanwezig. Sander: “Wij wilden bij de afbouw aanwezig zijn om ons nieuwe schip meteen van haver tot gort te leren kennen. Als we binnenkort varen, willen we alles kunnen vinden en precies weten hoe ons schip in elkaar steekt.”
“En het was bepaald geen straf om hier drie maanden te werken; de samenwerking verliep zeer aangenaam. Hadden we wensen, dan was één keer vragen voldoende. Er is gedurende de afbouw geen onvertogen woord gevallen.”
Ook Ger Langeslag is zeer te spreken over de werf: “GS Yard steunt ons volledig. Bij het plaatsen van de handtekening onder het bouwcontract had ik 100 procent vertrouwen en dat was terecht. Wij kregen alle steun die we nodig hadden, ook bij het regelen van de financiering. De bouw heeft al met al net een half jaar geduurd. Van kiellegging tot oplevering in slechts zes maanden… Het verbaast ons oprecht hoe snel het hier allemaal gaat.”
tekst en foto’s: Jan Johan ten Have
