Techniek uit 2011 blijkt nog steeds leidend qua innovatie, milieu en brandstofbesparing. Het mts Wagner werd 21 september in gebruik genomen door General Bunkering Service (GBS). Het schip gaat varen in de ARA-regio (Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen). Het schip is uitgerust met VEKA’s Smart Electric Propulsion.
De afbouw van het casco startte in juni, vertelt Reinier Platschorre. Hij was namens VEKA de verantwoordelijke projectmanager voor mts Wagner. Het schip wordt dieselelektrisch aangedreven met vier Scania-generatoren, die verdeeld zijn over twee machinekamers op het voorschip. Naar de machinekamer op het achterschip lopen acht vuistdikke stroomkabels om de twee elektromotoren van elk 850 kWh aan te drijven. De ladingpompen worden direct vanuit het voorschip gevoed.
Bewezen innovatief
De elektromotoren zijn verticaal in een schacht met een haakse overbrenging naar de roerpropellers geplaatst. Hierdoor is het mogelijk om de motoren met de schroef hydraulisch verticaal te verstellen, zodat de roerpropellers bij een leeg schip 60 centimeter dieper steken. Dit scheelt ballast, waardoor het schip zuiniger vaart.
Door de frequentieregelaars kan, onafhankelijk van het toerental van de generator, het toerental van de elektromotor voor de aandrijving worden aangepast. Dit systeem is bewezen zuinig volgens bouwer Jeroen van Tilborg, directeur van D&A Electric: “Dat vaart 35 procent zuiniger dan een conventioneel schip. D&A Electric leverde de installatie voor de elektrische aandrijving, VEKA installeerde die zelf en wij hebben hem in bedrijf gesteld.”
Platschorre is iets voorzichtiger over het verbruik. Hij legt uit: “De besparing met een bunkerschip is groter dan in de reguliere vaart. Een bunkerschip vaart korte afstanden, ligt vaker stil en manoeuvreert veel. Ik verwacht dat het maximaal circa 30 procent is. Over grote afstanden zal het rendement in vergelijking met een reguliere aandrijving snel halveren.”
Dubbel uitgevoerd
Het leidingsysteem op het dek van de tanker is dubbel uitgevoerd; er kunnen twee partijen brandstof onafhankelijk geladen of gebunkerd worden. Het idee daarachter is dat zeeschepen tegenwoordig zware olie én gasolie gebruiken. Dat heeft alles te maken met SECA-gebieden (waaronder de Noordzee) waar minder zwavel mag worden uitgestoten.
De Wagner is zó ingericht dat de bemanning, eenvoudig door jojo’s bij te steken, de verdeling van de tegelijk te bunkeren brandstof kunnen wijzigen. Tot honderd procent van één soort brandstof via beide leidingstelsels is ook mogelijk. Zelfs de bunkergiek is dubbel uitgevoerd.
De kruiplijn is vanaf het vlak net geen 9 meter. Dit is gerealiseerd door de ingangen en ventilatieschachten op het voorschip compacter te bouwen.
De proefvaart duurde een lange dag van acht uur, met stevige tests. Er moet bij een hybride schip veel meer getest worden, legt
Platschorre uit. “Voor een bunkerschip is het bijvoorbeeld heel belangrijk dat er bij stilliggen met volledige belasting van de generatoren voldoende koeling aanwezig is. In dit geval leverden ze de maximale 2.000 kWh met vier draaiende generatoren. Er komt een natuurlijke stroming op gang in de koelkanalen van de beunkasten waardoor de vrijkomende warmte volledig stilliggend weggekoeld wordt.”
Het beproefde milieuvriendelijke aandrijfsysteem van de 135 meter lange tanker heeft VEKA Smart Electric Propulsion genoemd. De scheepsbouwer verwacht dat het aandrijfsysteem bij de Wagner hoge ogen zal gooien.