Met de dubbelfunctie LNG-carrier en LNG-bunkerschip heeft de Coralius een primeur. De uitrusting voor zowel transport van vloeibaar gas tussen wallocaties (terminals en industrie) als ship-to-ship-bevoorrading geeft de LNG-tanker met een laadvermogen van 5.800 kubieke meter een unieke positie in de markt. Voor deze dubbelfunctie is het schip uitgerust met extra manifolds, bunkeraansluitingen die speciaal voor dit project zijn ontwikkeld. Het schip is gebouwd door de Hoogezandster werf Royal Bodewes.
Opdrachtgever en eigenaar van het schip is de joint venture SVG
(Sirius Veder Gas), een Nederlands-Zweeds samenwerkingsverband tussen Anthony Veder en Sirius, dat met dit schip de markt wil gaan bedienen in de Baltic. Bouwbegeleider Johan Tiemersma van Royal Bodewes vertelt hoe de opdracht tot stand kwam: “Een Noorse broker benaderde ons om mee te tenderen voor dit project. Dat deden we, maar de keuze viel in eerste instantie op een andere werf. Daarna raakten wij in gesprek met Anthony Veder over andere projecten. Toen duidelijk werd dat de geselecteerde werf de financiering niet rond kreeg, waren onze lijnen kort en kregen wij eind 2014 alsnog de kans. Die pakten we aan.”
Kansen in LNG
Voor Royal Bodewes was dit een uitgelezen kans voor een pilotproject in een marktsegment waar de werf nog niet eerder actief was. Tiemersma daarover: “Gezien de huidige economische en maatschappelijke ontwikkelingen zien wij kansen in LNG-scheepvaart. Zo worden investeringen steeds betaalbaarder en technieken steeds toegankelijker.”
Bouw op de werflocatie in Hoogezand was niet mogelijk vanwege de bijna 18 meter die het schip breed is. Bovendien is die locatie druk bezet met de bouw van een reeks van tien cargoschepen voor Arklow. Daarom besteedde Royal Bodewes de cascobouw uit aan de werf Marine Projects in Gdansk. Het bijna 100 meter lange schip werd vervolgens afgebouwd aan de kade van Royal Bodewes op het terrein van partner Schulte & Bruns aan de Deferhafen in het Duitse Papenburg.
Veiligheid
“Het was een zeer complex project”, zegt Tiemersma. “Dat heeft met name te maken met de bijzonder strenge veiligheidsmaatregelen. Vooral op het gebied van ship-to-ship-overslag zijn de ervaringen met LNG nog minimaal. Bovendien is dit schip uitgerust met dual fuel-aandrijving; de voortstuwing kan zowel op gas als gasolie.”
“Ook staan er twee gas aangedreven hulpmotoren aan boord. Hiervoor ontwikkelde de reder een Energy Shut Down-systeem:
signaleert de gasdetectie in die ruimte onregelmatigheden, dan wordt gelijk alles automatisch afgesloten. Deze ESD is ondergebracht in een Gas Safe Area met dubbelwandig rvs leidingsysteem en continue ventilatie, die door onze onderaannemer Marine Service Noord is gebouwd. Deze ruimte hebben wij ontwikkeld samen met ontwerper en engineer Groot Ship Design.”
De Coralius is uitgerust met een 3.000 kW sterke Wärtsilä dual fuel-hoofdmotor en drie Mitsubishi-hulpmotoren (de twee gasmotoren en één gasoliemotor).
Het LNG wordt bij een temperatuur van -163 graden Celsius getransporteerd in een bilobe-tank: een tank waarin het vloeibare gas onderin wordt gescheiden door een gasschot, voor de balans van het schip.
De bovenkant van deze dubbele tank is open zodat het gas vanuit één ruimte naar de gasplant gepompt kan worden, waar het wordt gecomprimeerd voordat het naar de motoren wordt gepompt.
De bouw van de Coralius in nagenoeg afgerond. Het schip vaart een dezer dagen van Papenburg naar de Eemshaven. Daar ondergaat het de hellingproef en wordt de inklapbare boegschroef getest.
Tiemersma en zijn werkgever ronden met de oplevering van de
Coralius een periode van anderhalf jaar vol uitdagingen af: “De ervaringen die wij hiermee hebben opgedaan, zetten wij graag in voor LNG-projecten in de toekomst.”