De plannen van het Duitse verkeersministerie om de spoortarieven voor goederenvervoer drastisch te verlagen, gaan ten koste van de binnenvaart. Dat klonk vorige week tijdens een parlementaire binnenvaartavond in Berlijn.
De Duitse verkeersminister Alexander Dobrindt wil het goederenvervoer per spoor jaarlijks met 330 tot 350 miljoen euro ontlasten door de spoortarieven sterk te verlagen, mogelijk zelfs te halveren. Volgens BDB-voorzitter Martin Staats (foto) druist dit in tegen de politieke ambities om goederenvolumes te verschuiven van de weg naar spoor en binnenvaart. Staats vreest dat de binnenvaart door de lagere spoortarieven lading gaat verliezen aan de trein. Terwijl de druk op de wegen onverminderd hoog zal blijven.
“Binnenvaart en spoor vervoeren deels dezelfde goederen. Ze zijn elkaars concurrent bij het transport van onder meer grond, stenen, landbouwproducten en containers. Deze concurrentie dreigt nu op scherp te worden gezet.”
Drastische ingrepen in de spoortarieven lossen volgens Staats de problemen in het wegvervoer niet op. Het is bovendien nog maar de vraag of het spoor voldoende capaciteit heeft om de extra lading op te vangen.
Concurrentievervalsing
Duitsland bereidt momenteel de aanpassing van de vaartrechten voor. De BDB vindt dat een eventuele verlaging van de spoortarieven hierbij mee moet worden gewogen om concurrentievervalsing te voorkomen. Ook Rainer Schäfer van binnenhavenbond BöB waarschuwt dat het nieuwe vaartrechtenstelsel niet mag leiden tot dalende volumes op de binnenwateren: “Anders verliezen we de aansluiting met het wegvervoer compleet.”
Ook op het vlak van de emissies voelt de binnenvaart zich benadeeld ten opzichte van het spoor. Geen enkele fabrikant kan volgens Staats motoren leveren die voldoen aan de NRMM-richtlijn die in 2019/2020 van kracht wordt. Het spoorvervoer is door de EU vrijgesteld van de strengere emissie-eisen en mag ook in de toekomst oudere motoren inbouwen.
