Het op industrieterrein de Pontonnier in Raamsdonksveer gevestigde bedrijf Asto BV staat in de breedste zin van het woord voor ‘werken op water’. Naast nieuwbouw, onderhoud en reparaties worden ook scheepvaartgerelateerde projecten, zoals verbouwingen aan sluizen en bruggen en de bouw van Floating Oil Recovery Units (FORU’s) en poederoverslag-installaties, niet geschuwd.
De specialismen van Asto zijn ook in het buitenland niet onopgemerkt gebleven. Een substantieel deel van het werk wordt uitgevoerd voor klanten uit België en Frankrijk, waaronder de Groupe CFT (Compagnie Fluviale de Transport) uit Le Havre. Eerder bouwde Asto voor de Franse rederij de duwbak Chelles om tot een duwtanker, geschikt voor het vervoer van poedervormige producten. De samenwerking beviel zo goed dat onlangs de in Raamsdonksveer afgebouwde mineralentanker Dartimon werd opgeleverd, evenals de door Asto omgebouwde tankduwbak Harfleur. Daarnaast verricht Asto in Le Havre regelmatig reparaties aan schepen van de uit maar liefst 230 eenheden bestaande vloot van CFT.
Complete boordnet
“Er is weinig wat we zelf niet kunnen. We hebben alle benodigde apparatuur in huis voor bewerking van staal, waaronder een eigen draaierij voor alle voorkomende bewerkingen”, aldus Sjef Peters, directeur-eigenaar van Asto. “Ook een gesloten RVS-afdeling behoort tot de faciliteiten, evenals een elektrawerkplaats, die volledig is uitgerust voor het ontwerpen, programmeren en installeren van alle elektrische installaties.”
“Aan boord van de Dartimon hebben wij het complete boordnet aangelegd. De aftersales en service hiervan worden door onze eigen elektriciens verzorgd. Wij zijn pas tevreden als onze klant dat ook is.”
In het geval van CFT was dat duidelijk het geval. Directeur-eigenaar Pascal Giradet vertelde tijdens de oplevering van de Chelles: “Ik ben zeer content met Asto. Het bedrijf heeft geheel volgens onze wensen en afspraken – bij Asto zeggen ze nooit nee – een bijzondere duwtanker opgeleverd. Ze hebben tijdens de afbouw zelfs meer gedaan dan was afgesproken. De Chelles is het eerste ‘schip’ dat met druktanks op de Seine vaart. Daarbij worden de poedervormige producten onder druk pneumatisch geladen en gelost. Een voorwaarde was, om op de locatie in Parijs en omstreken te mogen lossen, het geluid onder 60 dB te houden.”
Er diende bij de afbouw verder rekening mee gehouden te worden dat die cementtanker, met een laadcapaciteit van 2.000 ton, zelfs onder de laagste brug bij Bonneuille moest kunnen varen. Op de eigen ontwerpafdeling van Asto werd met succes de juiste hoogte bepaald en het lens-/ballastsysteem op tekening gezet.
Seine- en Rhône-eisen
De tevredenheid van de directeur-eigenaar van CFT bleef niet onbeloond, want daarna volgde de opdracht voor de afbouw van mts Dartimon en conversiewerkzaamheden aan de duwbak Harfleur, die werd omgebouwd naar een bijna 2.500 ton metende tankduwbak (afmetingen: 79 x 11,40 meter).
Na de ‘Seine-eisen’ bij de Chelles, kreeg Asto naast de normale eisen van Bureau Veritas ook te maken met door CFT opgelegde ‘Rhône-eisen’, met name op het gebied van veiligheid. De mineralentanker gaat tussen Marseille en Lyon varen en zal in de 8 tanks (totaal 2.785 ton) voornamelijk benzeen vervoeren, die gelost zal worden door Marflex deepwell-pompen.
Het casco (110 x 11,40 meter) is gebouwd door de gebroeders Reinder en Gerrit de Jonge op de Servische werf Kladovo. Op de rechteroever van de Donau werd een perfect glad en strak casco gebouwd.
In de machinekamer staat een door Koedood Dieselservice geleverde Mitsubishi van 1.700 pk bij 1.500 toeren. Ook de merken Scania en Caterpillar ontbreken niet aan boord van de Dartimon; twee Scania D19 dieselmotoren van 340 pk elke staan in de machinekamer op het voorschip en van Caterpillar is er een C4.4 generatorset aan boord te vinden.
De boegschroefinstallatie met een elektromotor van 393 kW is geleverd door Verhaar Omega, terwijl AMW Marine de 5-bladsschroef (diameter: 1.700 millimeter) leverde, die wordt aangedreven door een (Franse) Masson Marine-keerkoppeling met ingebouwde rem.
Na de turnkey-oplevering door Asto worden zowel de Dartimon (clubnaam van de vorig jaar overleden zeezeiler en technisch directeur van CFT: Nicolas Rousseau) als de Harfleur deze maand nog op een schip geladen om na een zeereis in de grootste Franse handelshaven Marseille gelost te worden. Daarna kan de minerale oliëntanker op eigen kracht gaan doen waarvoor hij gebouwd is: voor CFT benzeen vervoeren tussen Marseille en Lyon.
CFT Le Havre
De Compagnie Fluviale de Transport (CFT) ontstond in 1988 na een fusie tussen Sogestran (Société de Gestion et de Transports Fluviaux) en Sanara. CFT zorgde al snel voor spraakmakend nieuws door het eerste transport van Ariane IV-raketten over de Seine.
Sogestran werd op 1 oktober 1948 opgericht door Edmond Giradet. Het bedrijf startte met 4 medewerkers en 2 tankers van 320 ton. Hij maakte de oprichting van CFT niet mee, want hij overleed in 1974. Tegenwoordig is Pascal Giradet de CEO van een enorm maritiem bedrijf dat zich met ruim 650 medewerkers, tal van dochterondernemingen en 230 varende eenheden marktleider van de Franse binnenvaart mag noemen. Daaronder zijn poeder- en mineralentankers, roroschepen, duwbakken en containerschepen.
In het begin werd op de Seine gevaren: met aardolieproducten tussen Le Havre en Parijs. Al snel was het bedrijf te vinden op alle bevaarbare rivieren en kanalen in Frankrijk. In de jaren ’60 voeren ze voor het eerst met grote duwbaktankers op de Seine en met een roroschip.
Vanaf 1990 werden de activiteiten uitgebreid met coasters op de Middellandse Zee. In 1993 introduceerde CFT, in nauwe samenwerking met Chemgas, het vervoer van vloeibaar gas op de Rhône, een jaar later gevolgd door het eerste transport van containers op de Seine.
De uitbreiding van activiteiten bleef zich voortzetten, met onder meer de introductie van dubbelwandige tankers op de Seine en de Rhône en het vervoer van samengeperst afval vanuit de haven van Le Havre. Het is mooi dat een Nederlands bedrijf als Asto een belangrijke rol mag spelen bij de voortdurende expansiedrift van CFT.