Met de Lady Ariëtte nam rederij Wijnne Barends nummer 4 van een serie van 8 nieuwe sea-riverliners in gebruik. Enkele jaren geleden liet Wijnne Barends al een serie van 4 soortgelijke zee-rivierschepen bouwen.
De bouw van in totaal 12 sea-riverliners is een uitvloeisel van een enigszins gewijzigde strategische koers van de Delfzijlster reder, onderdeel van de Spliethoff Groep. Want Wijnne Barends vaart van oudsher veelal met schepen met een hoge ijsklasse. Nu bestaat de vloot ook voor een aanzienlijk deel uit schepen met andere kwaliteiten, zoals schepen die zowel geschikt zijn voor de kustvaart als de grootste rivieren.
Ook het kunnen bereiken van (ondiepe) tijhavens met maximale tonnage speelt een belangrijke rol. De Lady Ariëtte en haar zusterschepen kunnen met geringe diepgang maximaal 3.700 ton lading transporteren. Met deze serie krijgt de toch wat verouderde Europese vloot van zee-rivierschepen een ingrijpende impuls met kwalitatief hoogwaardige en moderne tonnage.
Projectlading
De Lady A-serie was in eerste instantie vooral beoogd voor houttransport. In de praktijk worden deze schepen echter vaker dan verwacht ingezet voor vervoer van projectlading. Daarom is de maximale hoogte van het hefbare stuurhuis op de nieuwe serie van 3,50 meter, waar die bij de eerste serie 2,50 meter omhoog konden.
Het nieuwe kwartet is net als de eerste serie van 4 volledig gebouwd aan de oevers van het Winschoterdiep, bij GS Yard onder de rook van Groningen. Positieve ervaringen betreffende het kennisniveau, nakomen van afspraken en kwaliteit van werk waren belangrijke drijfveren om opnieuw de onderhandelingen in te gaan met de Groninger werf.
Een prima snelheid, voldoende tonnage en laag brandstofverbruik dankzij onder meer relatief gering motorvermogen maken de schepen uit de Lady A-serie interessant voor de markt. Het 746 kW vermogen van de Caterpillar 3508-hoofdmotor heeft nog een bijkomend voordeel: er mag worden gevaren zonder een HWTK (machinist).
Caterpillar Shoresupport
De reder maakt gebruik van deze mogelijkheid en anticipeert hierop met een crewing-concept: de door de reder zelf opgeleide bemanning kan in de machinekamer diagnoses stellen, zodat zij storingen aan boord en met ondersteuning van de wal kunnen oplossen.
Zij krijgen hierbij ondersteuning van Caterpillar Shoresupport, 24/7 online monitoring van de hoofdmotor via V-satelliet door leverancier Pon Cat. Bij het verhelpen van problemen in de machinekamer krijgt het personeel aan boord bovendien hulp van de technische dienst van Wijnne Barends. Deze dienst heeft online continu toegang tot beelden van de motor en alle relevante data: onder meer toerental, motorbelasting, brandstofverbruik, turbodruk, koelwatertemperatuur, smeeroliedruk en uitlaatgassentemperatuur.
Samenwerking
Het economisch eigendom van deze schepen is in handen van een CV. In deze vennootschappen neemt Wijnne Barends, samen met bestaande en nieuwe kapitein-eigenaren, deel. Wat de reder betreft is dit een prima concept met toegevoegde waarde voor alle partijen, ‘waarbij het voldoen aan de wensen van de klant centraal staat’.
