De voorgenomen belastinghervorming kan negatief uitpakken voor de passagiersvaart, vreest het CBRB. Als het kabinet het lage BTW-tarief afschaft en rederijen 21 procent moeten rekenen, gaan de prijzen in de dagvaart en de riviercruisevaart met 14 procent omhoog. Ook veerdiensten worden duurder.
‘Wij pleiten daarom nadrukkelijk voor het behoud van het lage BTW-tarief voor het personenvervoer over water, zoals nu ook het geval is’, aldus het CBRB. De marges in de passagiersvaart zijn al zo krap, stelt de brancheorganisatie. ‘Door overheidsoptreden (eerdere BTW- en accijnsverhoging, assurantiebelasting, lozingsverbod, walstroom, haven- en kadegelden, sociale wetgeving), in combinatie met de gevolgen van de crisis.’ Daardoor kunnen ze volgens het CBRB straks niet anders dan de BTW-verhoging volledig doorberekenen in de consumentenprijzen.
15 tot 20 procent omzetdaling
De economische betekenis van de dagpassagiers- en riviercruisevaart (chartervaart uitgezonderd) bedraagt circa 245 miljoen euro. Door de hogere prijzen verwacht het CBRB een omzetdaling van 15 tot 20 procent. Dan gaat het om 36 tot 50 miljoen euro. Hierdoor zal zeker 10 procent van banen verloren gaan, vreest de vereniging.
Contraproductief
Veerdiensten hebben nu een BTW-vrijstelling. Het ministerie van Financiën heeft onlangs nog bevestigd dat die gehandhaafd blijft. De veerdiensten die wél BTW hanteren over de vervoersbewijzen, rekenen nu het lage BTW-tarief van 6 procent op het vervoer van fietsen en auto’s. Ook dat tarief staat op de nominatie om naar 21 procent te gaan.
Onverstandig vindt het CBRB: ‘Het is evident dat een verhoging van 15 procent op de kaartjes van zowel reizigers als hun fietsen/auto’s zeer contraproductief zal uitwerken en meer reizigers zal doen besluiten om tóch om te rijden, met alle kosten en milieugevolgen van dien.’