Scheepvaart reageert onthutst op de behandeling in Antwerpen.
Sinds begin deze maand moet de binnenvaart in de haven van Antwerpen gebruik maken van marifoonkanaal 60 om meren en ontmeren op een ligplaats te melden. De sector is niet blij met deze regeling, die schippers opzadelt met extra mondelinge meldingen.
Het Antwerpse Havenbedrijf wil met de maatregel de zichtbaarheid van de binnenvaart in de haven vergroten. ‘We streven naar een vlotte, veilige op- en afvaartplanning met minimale wachttijden voor de scheepvaart’, laat het Havenbedrijf weten. ‘Omwille van de intensieve verhaalbewegingen in de haven is de binnenvaart een complex gegeven.’ De invoering van de AIS-verplichting in januari was volgens het Havenbedrijf een eerste stap om de zichtbaarheid van binnenschepen in de haven te vergroten. In mei werd het Haveninformatiesysteem Apics 2 ingevoerd, dat de vaartuigen die in de haven verblijven visualiseert. Het systeem beschikt over een aantal specifieke functies om in de toekomst alle binnenvaartbewegingen op te kunnen volgen. In dat kader moet ook het bundelen van alle meldingen via marifoonkanaal 60 worden gezien. Meldingen van de ligplaatsen aan de terminals in het Deurganckdok, aan de Europa- en Noordzeeterminal en aan de Scheldesteigers Linkeroever, die vroeger via marifoonkanaal 60 plaatsvonden, zijn verschoven naar marifoonkanaal 2. Het Havenbedrijf gaat in de toekomst verder investeren in de vereenvoudiging en automatisering van de meldingsprocedure.
Extra belasting
De binnenvaartsector is niet blij met de nieuwe regeling, die volgens VBR een extra belasting voor schippers betekent, omdat er bij het aanlopen van de haven veel uitgebreider aangemeld moet worden dan vroeger. In een brief aan het Havenbedrijf schrijft VBR dat het voor schepen die meerdere terminals moeten aanlopen quasi onmogelijk is om steeds weer aan- en af te melden bij het meren en ontmeren van een ligplaats. Dit zou het marifoonkanaal overbelasten. Ook mogen de veiligheidsaspecten volgens VBR niet uit het oog worden verloren. “Jammer, dat dit op voorhand niet is doorgesproken met de sector”, schrijft voorzitter Jo Van Duynslaeger. VBR wil zo snel mogelijk met het Havenbedrijf om de tafel om na te denken over een “werkbaar alternatief”.
Lees ook open brief van Ons Recht
(Sarah de Preter)
