Bureaucratie en crisis dreigen vervoer van afval per binnenschip onmogelijk te maken. Administratieve lasten breken de binnenvaart op.
Bijna alle binnenvaartondernemers moeten binnen enkele maanden de registratie als vervoerder van afval verlengen. De ministeriële regeling schrijft een (vijfjaarlijkse) verlenging voor, ongeacht of er sprake is geweest van incidenten of overtredingen. Veel ondernemers kunnen vanwege de recessie niet meer aan de voorwaarden voldoen en zonder die registratie mogen zij geen afval meer vervoeren.
“De verlenging heeft ook nauwelijks praktische waarde en zadelt de ondernemer onnodig op met administratieve lasten”, aldus een gezamenlijke verklaring van Kantoor Binnenvaart en CBRB. “Bovendien moet elk afvaltransport al gemeld worden en vergezeld gaan van begeleidingsdocumenten, hetgeen de overbodigheid van registratie extra aangeeft.”
Voorwaarden
Om de registratie te verlengen moeten binnenvaartondernemers aan drie voorwaarden voldoen:
• kredietwaardigheid door middel van een verklaring van een accountant
• vakbekwaamheid door overleggen van ondernemerdiploma
• betrouwbaarheid door overleggen verklaring omtrent het gedrag
Volgens KB en CBRB Vanwege kampen veel scheepvaartondernemers door de recessie met grote liquiditeitsproblemen. Daardoor kan een accountant vaak onmogelijk de verklaring van kredietwaardigheid afgeven. Voor de ondernemers voor wie dat nog wel mogelijk is, betekent dit een extra last van circa 1200 euro.
“Het wederom overleggen van een verklaring omtrent het gedrag (VOG) is eveneens een flinke administratieve last. In veel gevallen bestaat de onderneming uit een vennootschap onder firma (VOF) met meerdere vennoten. Elk van de vennoten moet de VOG persoonlijk gaan aanvragen op het stadhuis en dat betekent kosten en tijdverlet. Vaak duurt het drie tot zes weken voordat zo’n aanvraag resulteert in een VOG. Een nodeloze procedure want de overheid zou het zo kunnen inrichten dat de registratie van overtreders ingetrokken wordt.”
De binnenvaartorganisaties hebben enkele maanden geleden de ministers van VROM en Economische Zaken op deze problematiek gewezen. Tot op heden werd geen reactie ontvangen. “Mocht er geen oplossing komen, dan vrezen we dat vervoer van afval per binnenschip ernstig in problemen zal komen. Dit betekent voor de binnenvaartondernemers een nog verdere terugval in ladingaanbod en een toename van het vervoer over de weg.”
KB en CBRB vinden dat Nederland veel te bureaucratisch reageert op de Europese regelgeving. “De Europese afvalstoffenverordening schrijft een regelmatige toetsing voor, maar niet de termijn en niet de wijze waarop. Nederland kan de toetsing dus anders invullen en zou dit kunnen doen op een wijze die de minste lasten oplevert voor de ondernemers.”
