De Onderzoeksraad voor Veiligheid gaat steeds meer aandacht schenken aan de binnenvaart. Dat staat in de eind september verschenen Rapportage Ongevallen Scheepvaart (ROS) over de periode januari-juli 2022.
Anders dan bij de zeevaart heeft de instantie geen wettelijke onderzoeksverplichting in de binnenvaart. Maar uit de voorvallen met gevaarlijke lading, kapseizen of trosbreuken zijn waardevolle lessen te trekken zijn en ze komen zowel bij de zeevaart als de binnenvaart met regelmaat voor.
Zeevaart en binnenvaart zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, schrijft de Onderzoeksraad. “Ze komen elkaar tegen. In de grote zeehavens (…) maar ook op wateren als de Westerschelde, de Nieuwe Waterweg of het Noordzeekanaal.”
Voertaal
Lastig is dat ze deels met verschillende wetgeving te maken hebben. De Bepalingen ter Voorkoming van Aanvaringen (BVA) gelden op zee, binnen en buiten territoriale wateren en op wateren in verbinding met zee. Op de Nederlandse binnenwateren zijn de verkeersregels uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) of het Rijnvaartpolitiereglement (RPR) van kracht. “In de praktijk zien we dat deze verschillen in reglementen kunnen leiden tot verwarring, gevaarlijke situaties en zelfs ongevallen”, signaleert de Onderzoeksraad. Ook onduidelijkheid of afwijkende regelgeving voor de voertaal en de scheepsstabiliteit hebben al geleid tot ongevallen.
Dat er niet één officiële voertaal is in de binnenvaart, noemt de raad een bekend probleem. “Zo komt het dus voor dat op een vaarwater geschikt voor beide sectoren een andere voertaal gebruikt mag worden. Dit komt de onderlinge communicatie niet ten goede”, constateert de Onderzoeksraad.
Stabiliteit
Waterbewegingen door grotere zeeschepen kunnen problemen veroorzaken voor de (kleinere) binnenvaart. “Daarbij komt op de binnenwateren met een open zeeverbinding, zoals de Nieuwe Waterweg en de Westerschelde, deining van zee naar binnen zetten en geven ook stroming en wind hun effect op de golven. Deze invloeden kunnen binnenwater tot een meer eisende omgeving maken dan op het eerste gezicht verwacht wordt.”
Aan de andere kant schrijft de Onderzoeksraad dat al eerder is gebleken “dat er onvoldoende aandacht voor stabiliteit van binnenschepen op open water is. Het overheidsbeleid in de binnenvaart hiervoor is een zogeheten ‘open norm’, dat wil zeggen gericht op de eigen verantwoordelijkheid van ondernemers.
In de huidige wet- en regelgeving staat weliswaar dat de stabiliteit van binnenvaartschepen in overeenstemming moet zijn met het doel waarvoor schepen bestemd zijn, maar dit is niet vertaald naar expliciete eisen. Er wordt in de binnenvaartbepalingen dus wel gewezen op het feit dat de wijze van de belading de stabiliteit van het schip niet in gevaar mag brengen. Echter, alleen in een aantal gevallen is de schipper van een binnenvaartschip verplicht deze stabiliteit te berekenen, zoals bij bepaalde containerbelading.”
Van elkaar leren
De Onderzoeksraad wijst erop dat het belangrijk is dat de zeevaart en de binnenvaart bewuster worden “van de veiligheidsrisico’s voor beide groepen, zodat men veilig naast elkaar kan varen, zeker daar waar ze letterlijk en figuurlijk in elkaars vaarwater varen.” Daarom geeft de raad de binnenvaartsector voortaan een duidelijke plaats in de ROS om “op die manier de beide sectoren de kans te geven te leren van en over elkaar”.