Albertus Geel (1833-1908) was een schipper en koopman uit Meppel. Hij voer vooral veel turf en doorkruiste het hele land. Maar buiten het werk had hij een taak die ervoor zorgt dat Albertus nu nog (of beter: weer) voortleeft: hij schreef op wat hij zag. Zijn boeiende reisverslagen op rijm verdienen het gelezen te worden, in de eerste plaats door (oud-)schippers en geschiedkundigen. Nu de belangstelling voor de vaderlandse geschiedenis opeens lijkt te exploderen – misschien als reactie op de globalisering – is de drang om Albertus Geel en zijn gedichten van de vergetelheid te redden groot.
In elk geval bij Sander Geel, die bij toeval het dichtboek met de teksten van zijn overgrootvader in handen kreeg. Niemand wist dat de schipper, die vermoedelijk een Meppeler praamschuit bezat, deze leerzame en vermakelijke reisverslagen had nagelaten.
Een Tussenreis
In het voorjaar van 2013 publiceerde De Binnenvaartkrant in negen delen het gedicht Een Zomerreis, voorzien van commentaar van Sander. Die serie trok toen een vaste lezersschare. Onlangs voltooide Sander de bewerking van een tweede gedicht: Een Tussenreis. Ook dit zullen we op deze site in zijn geheel (maar wel weer in negen, wekelijkse afleveringen) plaatsen. We beginnen daarmee eind januari.
In zijn begeleidende teksten legt Sander tal van zaken uit: plaatsen waar Albertus laadt, lost en doorheen vaart, het belang van het weer, gebruiken uit die tijd. Kon Een Zomerreis in 1870 of 1871 gesitueerd worden, Een Tussenreis is vrijwel zeker een paar jaar later geschreven. Sander komt op basis van de inhoud uit op 1876, 1877 of 1878.
Verrassende verbanden
Natuurlijk, het taalgebruik is ouderwets en gedateerd en de dwang van het rijmschema sterk. Maar de verhalen zijn beeldend geschreven en nog goed leesbaar. Ze geven een mooi tijdsbeeld van de tweede helft van de 19e eeuw.
Ondanks zijn navorsingen blijven er voor Sander veel vragen open. Hij heeft tal van personen en instanties aangeschreven met het verzoek mee te lezen en vanuit hun vakgebied of interesse mee te denken over de inhoud van het gedicht. Soms legt hij in zijn commentaar verrassende en ogenschijnlijk onmogelijke verbanden. Zo vraagt hij zich in episode 2 af of Albertus tijdens zijn verblijf in Haarlem daar mogelijkerwijs de sportlegende Pim Mulier had kunnen ontmoeten. Door de actualiteit te combineren met de verhalen weet hij de fantasie van de lezer op een leuke manier te prikkelen.
Kennis delen
Sander hoopt ook dat lezers van De Binnenvaartkrant opheldering kunnen geven over diverse onderwerpen. Hij hoopt dat (oud-)schippers en anderen die mogelijk uit overlevering de plaatsen, vaarwegen, gewoontes en het leven aan boord herkennen hun kennis willen delen. ‘Beschouw het als een rondleiding door Nederland, maar dan 140 jaar geleden.’ Een reis terug in de tijd dus.
We publiceren alvast de eerste twee coupletten…
Een Tussenreis
Het was in één der zomermaanden
Dat wij met turf uit “Smilderveld’
Naar “Leiden” voeren, dient vermeld
Waarmee wij ons gelukkig waanden
Maar voor de heenreis was vol-end
Verliep een halve maand, omtrent
Het onweer was het dat ons deerde
Met tegenwind, dag in, dag uit
Geweldig was soms haar geluid
Daar zagen wij dat God regeerde
Dat niemand voor Hem kan bestaan
Op ’s levens groote Oceaan.
(wordt vervolgd)