De Onderzoeksraad voor Veiligheid waarschuwt dat de stabiliteit van de zusterschepen van de Fairplay 22, die op 11 november 2010 kapseisde, niet in orde is. Naar aanleiding van de eerste bevindingen en uitkomsten van een stabiliteitsonderzoek komt de raad met een tussentijdse aanbeveling voor de rederij om de andere slepers te controleren en indien nodig aan te passen. Gebleken is dat water de machinekamer in kan stromen via de ventilaiteopeningen als zo’n sleepboot scheef ligt.
De Fairplay 22 sloeg om toen de boot op de Nieuwe Waterweg bij Hoek van Holland een schip van Stena Line assisteerde. Bij het ongeval kwamen twee bemanningsleden om het leven en raakte een derde lichtgewond.
Stabiliteit
De aanbeveling geldt voor het zusterschip Fairplay 23 en andere, vrijwel identieke vaartuigen. De
Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft de aanbeveling gerapporteerd aan de rederij. Een afschrift ervan is onder meer verzonden aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat.
De raad “beveelt de rederij aan om de stabiliteit van de zusterschepen van de Fairplay 23 vast te stellen. Indien uit de stabiliteitbepalingen blijkt dat deze overeenkomen met de die van de Fairplay 23 wordt geadviseerd om voor alle schepen maatregelen te treffen om de stabiliteit te verbeteren, zodat tenminste wordt voldaan aan de in 1998 gestelde eisen van het SBG.” SBG is het klassebureau SeeBerufsgenossenschaft.
Deur open op werkdek
De Onderzoeksraad voor Veiligheid beproefde de stabiliteit van zusterschip Fairplay 23, die de rederij voor het onderzoek beschikbaar stelde. De stabiliteit blijkt niet altijd te voldoen aan de aanbevelingen voor sleepboten van de International Association of Classification Societies en de geldende eisen van de SeeBerufsgenossenschaft.
“Bij een hellingshoek van (beduidend) minder dan 60° kan water binnenstromen via de ventilatieopeningen van de machinekamer. Bij de gekapseisde Fairplay stond op het moment van het ongeval bovendien een deur open op het werkdek.” Aldus de Onderzoeksraad voor Veiligheid.