- Advertentie -
- Advertentie -
HomeWerk aan Julianakanaal ligt op schema

Werk aan Julianakanaal ligt op schema

- Advertentie -

Delen

De vervroegde start van de verdieping en verbreding Julianakanaal heeft goed uitgepakt, constateert Rijkswaterstaat. Aannemer Van den Herik Sliedrecht ligt op schema en kan de werkzaamheden in april afronden.

Daar heeft het slechte weer van de afgelopen weken geen nadelige invloed op. Een probleem dat wél voor hoofdbrekens zorgde, is de gigantische hoeveelheid verontreinigd slib die is opgebaggerd aan de noordzijde van het drooggelegde traject, bij de sluis in Born. Dat moet worden afgevoerd.

As dat schema op orde blijft, dan kunnen de werkzaamheden inderdaad volgens planning worden beëindigd. Dan wordt bij Born en Obbicht op gecontroleerde wijze nieuw water in het Julianakanaal gepompt. Op dezelfde manier als de vaarweg vier maanden geleden is drooggelegd. Als het kanaal vol staat, zal de damwand aan de zuidzijde worden afgebroken. Na acht maanden omvaren kan de scheepvaart dan weer gebruikmaken van het Julianakanaal.

Daarna begint de opruimklus. Die gaat nog minstens een half jaar duren. Eerst verwijdert men het hekwerk van 8 kilometer lengte. Tenslotte mot de afgegraven grond uit het kanaal worden afgevoerd.

Monsterklus

Op maandag 6 januari zijn Rijkswaterstaat en Van den Herik Sliedrecht begonnen aan de tweede helft van de monsterklus. De verbreding van de vaarweg schiet al aardig op, maar er blijven nog wat uitdagingen over. Zoals het verwijderen en vervoeren van het slib nabij sluis Born.

Om het verdiepen van het Julianakanaal makkelijker te maken, was Van den Herik al in juni 2024 begonnen met het baggeren in de buurt van de sluis in Born. Dat leverde een zeer grote hoeveelheid matig verontreinigd slib op. Veel meer dan waarop gerekend was.

Dit zorgde voor de nodige stress, zowel bij Rijkswaterstaat als bij de uitvoerder. Het afvoeren van het vele slib leek onherroepelijk tot vertraging te leiden. Maar openstelling in april is zo ongeveer heilig verklaard bij Rijkswaterstaat.

Van den Herik bedacht een oplossing: de inzet van een zogeheten grondpers. Deze zelfbouwconstructie moet de afvoer van het slib uit het Julianakanaal versnellen. Het apparaat heeft een grote vulmond, die gevoed wordt door een kraan. Schrapers deponeren het slib op een transportband en de licht verontreinigde specie wordt door een slurf in 11 meter lager gelegen, in de sluis wachtende schepen gestort. Die brengen het naar de Rijksbaggerdepots op de Maasvlakte en bij Moerdijk.

Het slib wordt door vrachtwagens aangevoerd en de machinist deponeert het spul met de kraan in een trechter. Hij kan met deze constructie per dag twee schepen vullen. Op een andere plek vertrekt nog een derde schip naar een baggerdepot. Omdat bij de sluis meer slib is opgebaggerd dan gedacht, was een tijdelijke opslag nodig en die is aangelegd in de voorhaven van de oorspronkelijke sluiskolk, die niet meer in functie is.

Verstevigd

Breukstenen bij de kolken worden met beton verstevigd. Zo gaan de stenen niet rollen. Als na de verbreding van het kanaal grotere binnenvaartschepen op de vaarweg verschijnen, zullen de schroeven onder water met nog meer kracht op de pas aangelegde bodembescherming inwerken. En die bodem moet dat aankunnen.

Het uitrollen van de bentonietmatten, die het Julianakanaal waterdicht moeten maken, vordert snel. Bij heel veel regen kunnen er grote plassen op de bodem van het kanaal ontstaan. Die kunnen mogelijk nog voor oponthoud zorgen.

Door Noud van der Zee

 

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -