Nu het waterpeil bij Lobith daalt, heeft Rijkswaterstaat vanmiddag de stuw in de Nederrijn bij Driel weer geleidelijk in gebruik genomen. De stuw stond sinds 18 december open in verband met het hoge water.
De westelijker gelegen stuwen bij Hagestein en Amerongen zijn vorige week donderdag al in gebruik genomen. De stuw bij Driel is nodig voor de juiste verdeling van Rijnwater in Nederland. Zo houdt de stuw het water in de IJssel op peil. Voor de scheepvaart, maar ook voor koel- en drinkwater.
Redelijke diepgang
Rijkswaterstaat bedient de stuw bij Driel in de Nederrijn zó dat van het Rijnwater een bepaalde hoeveelheid naar de IJssel wordt gestuurd en er voldoende overblijft voor de verversing van de Nederrijn. De rest van het water vloeit via de Waal richting zee.
Deze afvoerverdeling zorgt voor een redelijke diepgang op de drie rivieren. Bovendien beschikt de energiecentrale Harculo bij Zwolle over voldoende koelwater en is er in drogere periodes voldoende water beschikbaar in het IJsselmeer, het grootste zoetwaterbekken van Nederland.
Nederrijn
De twee, per stuk 200 ton wegende, stuwbogen van Sluis- en Stuwcomplex Driel zijn het grootste deel van het jaar dicht of bijna dicht. Zo krijgt de IJssel een vaste hoeveelheid Rijnwater.
Om te zorgen dat de Nederrijn stroomafwaarts niet leegstroomt en de rivier bevaarbaar blijft zijn er verder naar het westen nog twee stuwen: één bij Amerongen en één bij Hagestein. Als de drie stuwen dicht zijn, werkt de Nederrijn als een kanaal. Scheepvaart maakt dan gebruik van een sluis naast de stuwen. Als de stuwbogen open zijn, zoals bij het recente hoogwater, is de Nederrijn weer een rivier en kunnen schepen onder de stuwbogen doorvaren.