De Spree-Oder-Wasserstraße (SOW) is niet geschikt voor goederenvervoer met grote binnenschepen, maar krijgt wel een andere belangrijke bestemming voor de binnenvaart. Ze wordt een testomgeving voor (semi-)autonome binnenschepen. Op 28 september vond bij het Duitse centrum voor lucht- en ruimtevaart (DLR) in Wildau (Brandenburg) de kick-off plaats.
Het digitaliseringsproject SOW II is de opvolger van SOW I, een haalbaarheidsonderzoek naar de transformatie van de Spree-Oder-vaarweg tot een digitale testomgeving voor de binnenvaart. De SOW loopt van de monding van de Havel in de Spree tot aan de Oder in Eisenhüttenstadt. Om de vaarweg geschikt te maken voor grote schepen zijn grote investeringen nodig in sluizen en andere infrastructuur. Dit staat niet op het prioriteitenlijstje van het Duitse verkeersministerie.
Robert Schumann van het verkeersministerie in de deelstaat Brandenburg ziet wel toekomst voor de SOW: “Ook grote dinosauriërs zijn uitgestorven en opgevolgd door kleinere, intelligentere wezens.” Hij is dan ook blij dat (gedeeltelijk) geautomatiseerde binnenvaart op de SOW een stap dichterbij komt.
Meer concurrentiekracht
De Duitse overheid subsidieert SOW II tot 2023 met 4,2 miljoen euro. Digitalisering is een kernpunt in het Masterplan Binnenvaart. “Binnenvaart is belangrijk voor het goederenvervoer in Europa”, zegt Norbert Salomon, afdelingshoofd Vaarwegen en Binnenvaart op het verkeersministerie. “Digitalisering zal de concurrentiepositie van deze milieuvriendelijke vervoersmodaliteit versterken. Het leidt tot betere reisplanningen en optimalisatie van verkeerssystemen. In digitale testomgevingen kunnen marktpartijen nieuwe technologieën uitproberen. Er moet nog veel onderzocht worden.”
Op termijn zullen er volgens Salomon ook grensoverschrijdende testomgevingen voor de binnenvaart komen. Hij gaf aan dat digitalisering van de binnenvaart ook onder de volgende bondsregering een speerpunt blijft. “We zijn nu al nieuwe subsidieregelingen aan het uitwerken. Parallel hieraan moet regelgeving worden gemaakt. Daar speelt ook de CCR een grote rol in.”
In SOW II werken meerdere partijen samen: de Vereniging voor Binnenvaart en Waterwegen (VBW), het DLR, de firma Alberding, de universiteiten van Rostock en Berlijn en de Schiffsbau Versuchsanstalt Potsdam (SVA). Hun doel is een pilot te draaien met een (semi-)autonoom varend schip. De projectleiding is in handen van Alberding, producent van meetapparatuur, soft- en hardware, sensoren, GIS-apparatuur en cloud-oplossingen.
Stadslogistiek
Kleine, elektrische autonome schepen kunnen wellicht in de toekomst worden ingezet voor stedelijke distributie in Berlijn. Dat zou het wegennet ontlasten. De regio Brandenburg-Berlijn heeft veel last van files.
Diverse politieke modal-split-initiatieven hebben volgens Marcel Lohbeck van VBW niet het gewenste effect gehad. “Het aandeel van spoor en binnenvaart is gegroeid, maar het wegvervoer is – mede door de online handel – harder gegroeid. Dat zal de komende jaren niet veranderen. Daarom hebben we nieuwe concepten nodig voor stadslogistiek. Anders dreigt grote economische en klimatologische schade te ontstaan.”
“De stad Berlijn is met haar dichte vaarwegennet, talrijke overslaglocaties en verbindingen met logistieke centra zeer geschikt voor moderne binnenvaartconcepten. Naar het voorbeeld van onder meer Utrecht en Parijs. We gaan potentiële goederengroepen en gebruikers onderzoeken en kijken waar we goederen kunnen overslaan. Op basis hiervan kunnen we een procesmodel ontwikkelen. Belangrijk voor dit en toekomstige projecten, is dat we stakeholders vinden en door politiek en gemeenten ondersteund worden. Het mag geen academische oefening blijven.”
Technische begeleiding
Voor de technische begeleiding van de testomgeving is de firma Alberding verantwoordelijk. Mark Uhlemann: „We hebben kunstmatige intelligentie nodig, camera’s, sensoren, WLAN, 5G-router, communicatiewegen en cybersecurity. Zo kunnen we data versturen tussen het schip, de infrastructuur en de omgeving. Een verkeerscentrale gaat op basis van data het scheepsverkeer monitoren en sturen. Verder ontwikkelen we een bedienscherm voor het op afstand besturen van semi-autonome schepen.”
De TU Berlijn is al bezig met de bouw van een elektrisch, emissieloos demonstratieschip. Geen klassiek binnenschip, maar een klein en communicatief vaartuig. Met behulp van sensoren kan het zijn omgeving herkennen en op termijn wellicht zelfstandig varen. “Vervolgens gaan we het schip geschikt maken voor stadslogistiek”, aldus Tim Holzinki. “We denken aan kleine schepen voor pallets, pakketten en kleine containers, met mini-hubs voor de overslag, die 24/7 draaien.”
Onafhankelijk
DLR, het centrum voor lucht- en ruimtevaart, gaat zich richten op de communicatiekanalen. Hierbij wordt VDES ingezet, de opvolger van AIS. VDES heeft meer bandbreedte dan AIS en maakt rechtstreekse communicatie mogelijk. Ralf Ziebold: “We ontwikkelen ook een back-up-ositioneringssysteem voor schepen. Positiebepaling verloopt via satellieten, maar die staan ver weg. Bovendien kunnen jammers de signalen verstoren. Daarom willen we de scheepspositie ook onafhankelijk van satellieten kunnen bepalen. We zijn dit al aan het testen op de Oostzee.”
De universiteit Rostock doet simulaties, methodetests en experimenteel onderzoek rond geautomatiseerd varen en afmeren. “De eerste experimenten vinden plaats in ons laboratorium”, zegt Alexander Schöley. “Daarna gaan we in de haven van Rostock testen en vervolgens op de SOW. Autonoom varen is complexer dan het klinkt. Hoe gaat het schip met hindernissen om? We hebben de input nodig van ervaren kapiteins, die hun schip goed kennen. Hun handelingen gaan we automatiseren zodat de computer ze kan uitvoeren.”
Informatieplatform
Alberding ontwikkelt een informatieplatform om binnenkomende data te verrijken. Een eerste versie hiervan wordt binnenkort geïmplementeerd in de havens van Berlijn en Königs Wusterhausen. Naast deze havens ondersteunen veel andere partijen het project, waaronder binnenhavenbond BöB, rederij Edline en het infrastructuurministerie in Brandenburg. De testomgeving wordt opengesteld voor derden, die er hun eigen technologieën kunnen uitproberen.
Jürgen Alberding: “Parallel hieraan moeten richtlijnen worden ontwikkeld. Echt autonoom varen is nog niet voor morgen, maar als we niet tijdig beginnen, loopt het vertraging op.”