De overslag in de Rotterdamse haven is de eerste zes maanden 0,9 procent gedaald ten opzichte van het eerste halfjaar van 2012. Boosdoener is vooral de ruwe olie. Stijgers olie, ertsen en schroot konden die afname niet compenseren.
Vandaag maakte Havenbedrijf Rotterdam de cijfers bekend. In de eerste helft van dit jaar werd 219.738 miljoen ton overgeslagen. In 2012 was dat 221.758 miljoen ton. Meegerekend zijn voor het eerst de overslagcijfers van Dordrecht (circa 3 miljoen ton per jaar). Sinds 1 januari 2013 is de exploitatie van de zeehaven van Dordrecht volledig geïntegreerd met die van Rotterdam.
Hoge olieprijs
De kleine krimp wordt vooral veroorzaakt door afname van de overslag van ruwe olie: min 9 procent, ofwel ruim 4,4 miljoen ton. Dat komt met name door de lage vraag. Raffinaderijen teren in op hun voorraden omdat de verwachting is dat de olieprijzen omlaag zullen gaan en door onderhoudstops bij raffinaderijen. Ruwe olie vormt bijna een kwart van de overgeslagen goederen in de haven. Daardoor tikt een forse afname van ruwe olie stevig door in het totaal.
De overslag van ruwe olie viel terug. (foto Tekst & Toebehoren)
De toename van overslag van minerale olieproducten (plus 4 procent) dankzij toegenomen export compenseerde het verlies ten dele. Er werd weer meer stookolie vanuit Rusland via Rotterdam naar het Verre Oosten verscheept.
Er kwam dit halfjaar veel minder LNG binnen. Oorzaak hiervan is dat vrijwel alle LNG die verscheept wordt naar Azië gaat. Overig nat massagoed nam met 1 procent toe. Alles bij elkaar daalde de overslag van nat massagoed met 3 procent.
Meer kolen
De overslag van kolen nam toe met maar liefst 13 procent. Dat is vooral voor de elektriciteitsproductie. Kolencentrales draaien goedkoper dan gasgestookte centrales vanwege het prijsverschil tussen kolen en gas. Ook is de overslag in Rotterdam toegenomen door bundeling van stromen en sluiting van mijnen in het achterland.
Ook ijzererts en schroot werden meer overgeslagen: 6 procent. Niet zozeer vanwege aantrekkende staalproductie als wel vanwege doorvoer (transhipment) naar andere havens in Europa. Het eerste halfjaar passeerde iets meer agribulk (2 procent) en overig droog massagoed (1 procent) de haven. Het droog massagoed kwam daarmee in totaal op een groei van 7 procent.
Containers
Het containersegment, laat in tonnen gemeten, een kleine afname zien: min 2 procent. Het aantal overgeslagen containers steeg licht: met 1 procent.
Reden van de teruggang in gewicht is de aanhoudende economische malaise in Europa. De grootste krimp in tonnen zit in het feedervervoer: -6 procent. Dit komt deels doordat feederverbindingen tussen de Baltische staten en Rotterdam verlegd zijn naar de Noord-Duitse havens. Een andere reden is de voortdurende overcapaciteit in de containervaart, waardoor reders om kosten te besparen hun grote schepen niet alleen langzaam laten varen (slow steaming) maar ook meer havens direct laten aanlopen dan eerst.
Het shortsea-vervoer nam met 5 procent toe, onder andere door de groei van het containervolume naar het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Het roro-verkeer nam iets toe (2 procent). Het overig stukgoed liep sterk terug (-23 procent). Dat is in grote mate toe te schrijven aan de afname van de import van staal. In totaal werd 4 procent minder breakbulk overgeslagen.
