Als er een nieuw schip in de vaart komt, zijn wij steeds weer benieuwd naar de details en vinden we het leuk om daarover een artikel te schrijven. Doorgaans is een enkel telefoongesprek voldoende voor een afspraak om aan boord te mogen gaan. Toch hebben we al geruime tijd een aantal nieuwbouwschepen op ons lijstje staan die we tot nu toe nog niet hadden afgevinkt. Het zijn de jongste uitbreidingen van de schepen van Plouvier Transport: het mts RP Gent en het zusterschip RP Brugge. Van onwil was zeker geen sprake maar we maakten met de heer Pierre Lantsheer van Plouvier Transport NV reeds in het voorjaar van 2010 de afspraak dat we eerst zouden publiceren als beide schepen in de vaart waren. Dat voorbehoud ging eind vorig jaar van tafel, waarmee ons niets meer in de weg stond om enkele dagen terug op ons navigatiesysteem het kantooradres in te toetsen van Plouvier aan de Nassaustraat in Antwerpen.
(foto Hans Heiligers)
Als we de auto parkeren voor het Eilandje is dat voor de eerste maal voor een zakelijke afspraak die niets te maken heeft met de ruim aanwezige en de ons zeer bekende en immer uitnodigende horeca. Toch ervaren we volop gastvrijheid als we enkele minuten later in een karaktervol kantoorpand voor de koffie aanschuiven bij de heer Lantsheer. De kamer geeft via een venster uitzicht op het Eilandje. Het beeld dat wij door het kader van het venster zien is nagenoeg gelijk afgebeeld op een zwart-wit foto uit de dertiger jaren van de vorige eeuw. We zien tonnetjes op de kade, tonnetjes aan een hijs in de vlucht van een kraan en tonnetjes in het ruim. Het lijkt wel of er voor ieder tonnetje een havenwerker in dienst was.
De bedrijvigheid van het laden en lossen is daar nu niet meer te vinden, wel de mooi gerestaureerde kade en het stijlvolle pand van het Loodswezen op de achtergrond. Op de andere foto’s die gemaakt zijn op willekeurige plaatsen langs de Europese rivieren zien we niet slechts afbeeldingen van drogeladingschepen uit die tijd maar ook foto’s van de opkomst van de vloot met ‘moderne’ tankschepen uit de vijftiger en zestiger jaren.
1895
Omdat we toch in de sfeer zijn van het verleden van Plouvier spreken we over dat onderwerp nog even door. Pierre Lantsheer zegt dat de roots van de onderneming teruggaan naar 1895, toen oprichter Prosper Plouvier (1851-1936) zich met de vestiging van zijn expeditiekantoor een stevige plaats op de Antwerpse kaart verwierf. Die plaats behoefde nooit meer te worden opgegeven: Plouvier staat ruim een eeuw later nog steeds voor continuïteit en kwaliteit.
Als wij vragen naar de betrokkenheid van oprichter Prosper Plouvier bij de binnenvaart krijgen wij een antwoord uit geheel onverwachte hoek. Prosper is geboren als zoon van een bakker uit Oostende. Wel moet hij als kind gefascineerd zijn geweest door de verhalen van zijn grootvader van moeders zijde; die was kapitein. Plouvier studeerde later in Antwerpen met veel succes hogere economie en hield er een rijke vrienden- en relatiekring aan over.
Zoals gezegd werd het eerste kantoor in 1895 gevestigd in Antwerpen; later werden er ook kantoren geopend in Gent, Rotterdam en in Duisburg. Aan het Bonapartedok had Plouvier Transport een eigen kade op hooguit 200 hemelsbrede meters vanaf het kantoor waar we nu te gast zijn. “Het is misschien vreemd om te zeggen maar de ganse omgeving van het Eilandje was in die glorietijd op enige manier betrokken bij Plouvier en pikte een graantje van het succes mee”, zegt Pierre Lantsheer.
Pieken en dalen
Over de geschiedenis van Plouvier zou je een boek kunnen schrijven; dat is dan ook gebeurd. Er zijn zelfs al meerdere boeken verschenen. Die boeken belichten uitgebreid alle pieken en dalen die een onderneming in ruim honderd jaar kan meemaken. We vinden daarin de beschrijving van de enorme expansie die Antwerpen ondergaat in de tijd van de oprichting van Plouviers transportonderneming.
De historie van Plouvier Transport is verbonden met die van het Eilandje, zoals deze foto uit de dertiger jaren van de vorige eeuw bewijst.
Rond 1900 doen jaarlijks zo’n 30.000 binnenvaartschepen de haven van Antwerpen aan. Naast succes is er ook de schaduw van teruggang en crisis die vooraf gaan aan de beide wereldoorlogen.
Daarna opnieuw succes tijdens de wederopbouw die in de zestiger jaren leidde tot een hoogtepunt in de aantallen van Plouviers vloot. Bijna vijfhonderd schepen varen op dat moment in Europa onder de naam van Plouvier Transport NV.
De teruggang van volumes van kolen en de eerste oliecrisis waren de eerste signalen die aangaven dat een tijdperk zou moeten worden afgesloten dat nimmer zou terugkeren. De bakens werden verzet, het accent kwam begin 1990 te liggen op bevrachtingen in de nichemarkt van de tankvaart.
Familiebezit
Opnieuw werd een uitdaging aangenomen en met succes werd een stabiele vloot opgebouwd van meer dan veertig tankschepen. De vloot is opgebouwd met eigen schepen; daarnaast varen er schepen onder contract en ook via een joint venture, een samenwerkingsverband. De laatste manier geschiedt via een deelname door Plouvier Transport NV. Lantsheer merkt daarbij op dat er op die wijze nog steeds mogelijkheden bestaan voor een serieuze partner. De vloot bestaat uit schepen voor vervoer van minerale producten alsmede lichte chemie. Plouvier Transport NV en haar dochterondernemingen zijn nog steeds in familiebezit.
Natuurlijk wordt de huidige tankvaartmarkt eveneens onderwerp van ons gesprek: Pierre Lantsheer sluit zijn ogen daar niet voor. “In goede tijden is het absoluut niet moeilijk om in snel tempo tot uitbreiding van zaken te komen”, zegt hij. “Het is veel moeilijker om in het juiste tempo de afschrijvingen te kunnen bijhouden.”
Hij doelt daarmee op de situatie dat er in technische en economische zin eigenlijk niets mis is met de certificaten en de kwaliteit van een goed tankschip dat zo’n vijftien jaar terug is gebouwd. Buiten de wil van de eigenaar worden in een te snel tempo de waarde en de termijn van afschrijving van zo’n schip in negatieve zin teruggesteld. Lantsheer is bang dat het op deze wijze voor meerdere partijen in de markt veel te snel gaat.
Onbegrensd
Zelf kiest hij liever voor de weg van geleidelijkheid. Lantsheer kan het weten, het vak waarbinnen hij al 35 jaar in de volle breedte marcheert, kent hij in alle facetten. Hij en zijn collega’s zetten iedere dag met veel plezier en inzet hun beste beentjes voor om de allerbeste diensten te verlenen aan hun opdrachtgevers. Die weten dat ze bij Plouvier Transport NV kunnen rekenen op inzet van materieel en het nakomen van afspraken.
Er zijn bunkerschepen, transportschepen voor de kanalen en snellopers voor de grote rivieren. Binnen de afzonderlijke disciplines van de medewerkers is een schat aan kennis die gerelateerd is aan de producten die vervoerd moeten worden.
Ook kan er worden geboogd op royale ervaring voor de wijze van transport die het meest aansluit bij de lokale situatie. Of dat Namen of Basel is doet niet terzake, het verzorgingsgebied van de vloot is onbegrensd.
(foto Hans Heiligers)
“Ook met een bescheiden opstelling blijft er ruimte voor investeringen”, zegt Lantsheer. Hij doelt op de orders die Plouvier verstrekte voor een aantal geplande verbouwingen van enkelwandige tot dubbelwandige tankschepen en twee opdrachten voor nieuwbouwschepen. Daarmee werden in 2009 mts RP Zug en mts RP Zurich in de vaart gebracht: twee snelle transportschepen van ruim 2500 ton.
In het voorjaar van 2010 werd het mts RP Gent aan de vlootlijst toegevoegd en dat geschiedde afgelopen november ook met mts RP Brugge. De schepen werden bij VeKa in Werkendam afgebouwd. Het casco voor mts RP Gent werd gebouwd in China en de kiel voor het mts RP Brugge werd gelegd in Tsjechië.
Bescheiden
Omdat het volwaardige zusterschepen zijn en het mts Brugge in de directe omgeving aan een wachtsteiger lag, kregen we de uitnodiging om dat schip van dichtbij te aanschouwen. De maatvoering is 125 x 11,45 x 4,50 meter. De tonnenmaat bedraagt 4.123 en dat levert een gezamenlijke tankinhoud van 4.500 m3. Twee EPS Bornemann-pompen kunnen de lading verpompen met een volume van 1.000 m3 per uur.
De tanks hebben een spiraal die vanuit het voorschip is aangesloten op een ketel van Heatmaster. De boegschroefinstallatie en het pompbedrijf worden gevoed met twee Cummins-generatoren van respectievelijk 660 en 446 kVA. De voeding voor het boordnet komt van twee andere Cummins-generatoren; die zijn ieder goed voor 93 kVA.
De hoofdmotoren zijn geel gekleurd: twee stoere Caterpillars type C32 van 1.000 pk. Het Kampers-stuurhuis werd evenals de woning royaal betimmerd door Hoogendoorn.
Aan boord zijn ze zeer in hun sas met dit schip. En op kantoor zullen ze altijd bescheiden blijven om zich uitsluitend te concentreren op de dienstverlening die al meer dan een eeuw garant staat voor kwaliteit. Eigenlijk houden ze helemaal niet zo van interviews…
(Hans Heiligers)