Dat de gevolgen van de stremming bij Lorelei voor sommige schippers de druppel zou zijn die de emmer doet overlopen, vindt directeur Erik van Toor van Kantoor Binnenvaart onverteerbaar.
“Zoals bekend staat de binnenvaart er economisch niet rooskleurig voor en deze stremming kan voor een aantal ondernemers de druppel betekenen”, aldus Erik van Toor woensdagmiddag 9 februari. Hij vindt het tijd om de ontstane schade te inventariseren. “De Europese binnenvaartondernemers die stil gelegen hebben voor eigen rekening zijn duizenden, vaak tienduizenden euro’s aan inkomsten misgelopen. Ook de klanten van de binnenvaart hebben grote schade geleden. Er is gedeeltelijk overgeschakeld op andere (duurdere) transportwijzen en de logistieke problemen die ontstaan zijn door de te late aanvoer van goederen is groot. De gevolgschade is nog niet te overzien. Zo zijn er langdurige vervoerscontracten afgegeven aan het spoor, waardoor de binnenvaart de komende tijd ook nog inkomsten misloopt.” Kantoor Binnenvaart gaat bij haar leden inventariseren wat de daadwerkelijk geleden schade is en tegelijkertijd onderzoeken wat de mogelijkheden van compensatie voor de leden zijn. Zij wil dat samen met het CBRB doen.
Kort door de bocht
Minister Schultz had al laten weten dat er geen mogelijkheden zijn voor compensatie. Van Toor vindt dat iets te kort door de bocht. “Een onvoorziene stremming van enkele weken is geen normaal bedrijfsrisico. Het is té makkelijk voor de overheid om zich op overmacht te beroepen en helemaal niets te doen in de financiële sfeer. Zoals staatssecretaris Bleker zich heeft ingespannen om compensatie te vinden voor de gedupeerde boeren in de omgeving van Moerdijk, zou minister Schultz zich meer moeten inspannen om de schippers tegemoet te komen.”
