De laatste maal dat wij Plouvier bezochten, was op hun kantoor aan de Nassaustraat op het Eilandje in Antwerpen. Historische grond voor de reeds in 1895 opgerichte onderneming die nog steeds de familienaam draagt van oprichter Prosper Plouvier (1851-1936). Hij had aan het Bonapartedok een eigen kade en bezorgde het Eilandje veel bedrijvigheid en economische groei. Iedereen in de directe omgeving kon daardoor een stevig graantje van zijn succes meepikken.
Afgezien van een enkele dip tijdens de wereldoorlogen en de daaraan verbonden crisistijd kreeg de onderneming steeds verdienstelijk de wind in de zeilen. In absolute aantallen gesproken heeft Plouvier Transport NV de meeste schepen gehad in de vooroorlogse jaren van de vorige eeuw. Er voeren toen ruim vijfhonderd schepen onder hun vlag. En ondanks die indrukwekkende aantallen is Plouvier door alle jaren heen een hecht familiebedrijf gebleven met nauwe banden naar hun medewerkers.
De wereld, producten en goederenstromen veranderen continu. Begin 1990 kwam het accent voor de onderneming dan ook te liggen op tankvaartbevrachtingen binnen de nichemarkt van minerale en licht chemische producten. Hun vloot telt op dit moment dertien eigen schepen en 27 van derden die onder contract voor de rederij varen. Zij verzorgen zowel bunkering in havens als het transport op kanalen en de grote rivieren.
Het mts Brussel.
Nieuw kantoor
Vandaag worden we verwacht in het nieuwe kantoor aan de Noorderlaan waar we een afspraak hebben met Antoine Struyf, bestuurder van Plouvier Transport NV en diezelfde titel vinden we ook op het visitekaartje van Bert van Dongen. Waar Antoine Struyf zijn takenpakket vooral heeft gevuld met financieel gerelateerde zaken is Bert van Dongen helemaal thuis binnen het technisch maritiem gedeelte, waaronder het beheer van de vloot. We hebben Bert van Dongen de laatste jaren eveneens vaak kunnen ontmoeten als projectmanager bij de afbouw van nieuwbouwschepen voor Plouvier Transport.
Voor we aan tafel gaan bekijken we nog bijzondere scheepsmodellen op grote schaal die de wanden van het kantoor decoreren. We lopen langs de bureaus en maken kennis met de medewerkers die het management ondersteunen vanuit hun disciplines voor veiligheid en milieu.Op het kantoor van dochteronderneming Intertrans Tankschiffahrt AG in Basel zijn de collega’s vooral druk met de bevrachting van de gezamenlijke vloot.
Moderniseren
Als we met Struyf en Van Dongen over de vloot spreken, dan horen we dat reeds in 2007 de doelstelling is vastgelegd voor het moderniseren van de vloot. De aankoop van het mts RP Antwerpen betekende in 2007 een eerste uitvoering van dat masterplan. In 2009 werden weer twee bestaande schepen vervangen door mts RP Zug en mts RP Zurich en in 2010 vond er wederom een vervanging plaats. Daarover maakten wij in onze krant melding met een reportage over de nieuwbouwtankschepen mts RP Brugge en mts RP Gent.
Wij begrijpen van de heren Struyf en Van Dongen dat er steeds sprake is van vervanging van schepen uit hoofde van de modernisering van de vloot. ‘En dat geldt eveneens voor de laatste vier vervangingen die wij binnen onze vloot hebben gerealiseerd’, zegt Antoine Struyf. ‘Bovendien hebben we binnen het bedoelde masterplan steeds volgehouden aan onze strategie geen extra tonnage toe te voegen’, vervolgt hij.
100.000 ton
Van Dongen benadrukt dat met de toelichting dat daarmee wordt bedoeld ‘vervanging zonder capaciteit aan de markt toe te voegen noch door de eigen vloottonnage te verhogen’. Die schommelt al decennia onverminderd rond de 100.000 ton.
Als we de vlootlijst bezien die de optelsom van die tonnage weergeeft valt ons op dat de meeste schepen een lengte hebben van 110 meter. ‘Daar is bewust voor gekozen en dat functioneert goed’, horen we. Voor de duidelijkheid wordt daar onmiddellijk aan toegevoegd dat andere meningen die in de richting van 6.000 tot 8.000 ton gaan, zullen worden gerespecteerd.
Eind vorig jaar kreeg de vervanging van schepen binnen de vloot gestalte met de oplevering van mts RP Birsfelden en RP Dordrecht; dit voorjaar gold hetzelfde voor het mts RP Brussel en het mts RP Rotterdam. De eerste drie casco’s werden bij VEKA Shipbuilding gekocht en afgebouwd. Van de heren begrijpen wij dat er wel een beetje moed voor nodig is om bestaande casco’s uit de markt te kopen die jarenlang in weer en wind in de wacht hebben gelegen.
De bouw van het casco voor het mts RP Rotterdam werd opgedragen aan Rensen-Driessen Shipbuilding BV. die het dit voorjaar vanuit Orsova voor afbouw bij Dolderman lieten afmeren.
"Jong belegen"
Maar als we na het gesprek in Antwerpen aan boord gaan van één van zo’n voormalig “jong belegen” casco, moeten we meteen bekennen dat we daaraan geen nadelige gevolgen meer kunnen ontdekken. We doelen op het mts RP Brussel, een transportschip van 110,00 x 13,50 meter met twaalf tanks voor vervoer van zwarte producten. We worden rondgeleid door Jurgen Strohms.
Het schip kun je kort samenvatten: het is met twaalf tanks en alles wat daarbij hoort geweldig uitgerust. De machinekamers zijn tiptop en te zien aan de woning en stuurhuis denk je niet anders dan aan een familieschip. Het woord familie heeft nog steeds een grote betekenis bij Plouvier, een bijna 120-jarige onderneming waar vele generaties een goede band met hun werkgever (hebben) ervaren.
(Hans Heiligers)