Aan de tomtom ontsnapt een licht rookspoortje wanneer ‘Melbourne’ en ‘Montreal’ in Lobith Tolkamer worden ingetoetst. Als Markerink erbij wordt ingevoerd, bewijst ‘ze’ het met haar Belgische accent te begrijpen.
Dat mts Melbourne en mts Montreal bij Markerink naast elkaar zouden liggen, daar was begin dit jaar nog geen sprake van. De casco’s dreven al een poosje. Het gebeurt tegenwoordig wel meer dat ‘haast is ingehaald door de tijd’, en aanvankelijke business door anderen wordt overgenomen. De namen vielen zomaar uit de lucht.
De 3512 Caterpillars waarmee de schepen zijn uitgerust stonden bij Markerink op voorraad. (foto’s Johan de Witte)
Wanneer we aan boord stappen, wordt er niet gedanst tot de zon ondergaat, zoals een vakantiefolder vermeld over het Australische Melbourne. De eigenaars Wanders en Wennekes, verenigd in hun vof, weten reeds dat mts Montreal functioneert; niettemin wordt het vandaag ‘duwen’ om morgen vanuit Willemstad proefvaartgereed te zijn. Wanneer de certificaten behaald zijn, houdt Unibarge in Zwijndrecht de Montreal en Melbourne gaande.
Hulpverlener
Het is 13 december en de Rijn heeft met zijn smeltwater (Lobith 13,50) de schepen weer eens op een podium gezet. Nieuwbouw, Rhinecruisers, hermotoriseerders en nog een paar met sleutelwerk voor de wal bevestigen dat Markerink als hulpverlener voor de scheepvaart nog net zo functioneert als ooit. Met die scheepvaart is dat al niet anders: net als het niveau van de rivier verandert, wisselt de economie – maar scheepvaart blijft!
“Klanten die voor reparatie binnenliepen, hebben we altijd kunnen helpen”, zegt Alexander Markerink. “Voor vrijwel alle motoren hebben we onderdelen op de plank staan. De 3512 Caterpillars waarmee de schepen zijn uitgerust stonden te wachten in ons magazijn.”
“Op onze afbouwaanbieding voor Theo Wennekes werd verrast gereageerd. We konden er aan beginnen. Misten weliswaar de voorbereidingstijd, maar gingen er met z’n allen volop tegenaan. Dankzij snel logistiek handelen en verkorte levertijden van leveranciers hebben we met onze jongens de schepen in de afgesproken termijn
afgebouwd”, aldus Alexander Markerink.
“Twee identieke schepen afbouwen werkt efficiënt. Kwestie van eenmaal meten, twee keer zagen. Met de technische afbouwroutine van de familie Wanders en Wennekes – kantoor om de hoek – hebben we wat opgestoken. Het heeft er ook spoed achter gezet. Het zijn opdrachtgevers die weten waar ze over praten.” Het was een project van ‘niet lullen maar poetsen’ zeggen ze in Lobith.
De 110 x 13,50 meter grote casco’s heeft RDMC in China laten bouwen. Ze zijn standaard ingericht. De veiligheid is optimaal. Kapitein Gideon Timmer staat te glimmen in zijn stuurhut: “De verblijven zijn met gelijkwaardig materiaal uitgevoerd”, zegt hij. “Dit schip vaart als een auto”, laat hij nog weten voordat zijn mobiel hem opeist.
Direct helpen
De uitvoering van de Kampers-stuurhut en de lessenaar is in zwart kunststof, door Radio Holland met apparatuur ingevuld. Het geheel heeft ‘Wanders-style’ en kwaliteit van Willemsen Scheepsbetimmeringen. Detail: zwart plafond voor het tackelen van licht. Aan dek staan drie Bornemann-pompen van EPS. Een Veth-Jet bedwingt het voorschip. Van der Velden-roeren houden beide schepen op koers. De aggregaten voor boordenergie leverde Dolderman. De aandrijving voor de ladingpompen en boegschroef zijn van Pon. De elektrische equipement draagt het Werkina-label.
Markerink – waar de Rijn ons land binnenstroomt – helpt direct. Ondanks de ‘snelweg’ buiten, functioneert de haven als parkeerplaats voor een time-out of reparatie. Tot het 7 x 24 uur servicegebied van Markerink behoren overigens alle Europese binnenwateren.
(Johan de Witte)