De maritieme sector vraagt de partijen die onderhandelen over het nieuwe kabinet en regeerakkoord om aandacht en steun bij verduurzaming en vergroening. Daarvoor heeft Nederland Maritiem Land (NML) vier speerpunten aangeboden aan alle fractievoorzitters en Kamer-woordvoerders voor maritiem beleid.
Vergroening is volgens NML “alleen mogelijk wanneer we nu investeren in kennis, innovatie- en menskracht voor onze sector. Daarnaast willen we gelijke kansen in onze mondiale maritieme markt en één centraal aanspreekpunt bij de overheid voor alle maritieme zaken. Deze punten zijn cruciaal voor het behoud van een gezonde maritieme sector in Nederland.”
NML vertegenwoordigt havens, offshore, maritieme toeleveranciers, scheepsbouw, zeevaart, waterbouw, maritieme dienstverlening en kennisinstituten, binnenvaart, Koninklijke Marine, jachtbouw/watersportindustrie en visserij. De lobbyorganisatie vraagt de overheid om de belangen van de Nederlandse maritieme sector bij toekomstige besluiten mee te laten wegen. “Met de kennis, kunde en expertise die wij hebben, zijn we namelijk prima in staat om weer een gezonde maritieme sector op te bouwen en complexe schepen in eigen land te laten ontwerpen en produceren. Daarmee garanderen we niet alleen behoud van een gezonde Nederlandse maritieme sector, maar ook de behoud van hoogwaardige werkgelegenheid in Nederland.”
Groene binnenvaart
Een van de specifieke onderwerpen die NML noemt is de binnenvaart. Die “heeft een natuurlijke en blijvende voorsprong op andere vervoersmodaliteiten vanwege haar lagere energieverbruik per tonkilometer. Dit zorgt voor een CO2-uitstoot die tot wel drie keer lager is dan het wegvervoer.”
“Toch moet ook de binnenvaart streven naar een verdere vermindering van het energieverbruik en de uitstoot. De Nederlandse binnenvaart kan daarbij ongeveer 45% klimaat-neutraler worden. Als we dit bereiken, verlagen we de uitstoot van het hele binnenlandse goederenvervoer met 15%. Nederland zet met deze maatregelen een stap in de goede richting naar haar klimaatdoelstellingen. De sector toont zijn bereidwilligheid om te vergroenen en zichzelf toekomstbestendig te maken. Daarbij wordt niet alleen een bijdrage van de Rijksoverheid gevraagd, maar dragen ook de Europese Unie, Provincies en Gemeentes hieraan bij.”