Het is wel allemaal crisis wat de klok slaat in de krant. Het contrast met een jaar of wat geleden kan niet scherper. De schaal waarop nieuwe schepen werden (en nog worden) gebouwd, doet er eigenlijk niet zo toe. Als je een nieuw schip laat bouwen, toon je tegelijk lef en optimisme. Je durft je nek uit te steken.
Daarbij probeer je voor jezelf de risico’s zo veel mogelijk in te perken door optimaal gebruik te maken van voelsprieten. Wat doet de markt, wat is de vraag, hoeveel groei zit er nog in, hoeveel rek nog in de vrachtprijs? Geen van die vragen is met zekerheid te beantwoorden. Je vertrouwt op die sprieten om je een zo realistisch mogelijk beeld van de toekomst te geven.
De enige zorgen die we in 2007 en begin 2008 hadden, waren het gebrek aan ruimte op werven om te bouwen en het tekort aan personeel om op de nieuwe schepen te varen. Achteraf had je wel aan kunnen zien komen dat het onlogisch is dat alles zo onstuimig doorgroeit, maar iedereen is het er over eens dat niemand zag aankomen wat er vorig jaar gebeurde.
Als één marktpartij altijd zorgt dat hij aan alle kanten is ingedekt, zijn het wel de banken. Als die door hun hoeven zakken, kun je de schipper moeilijk verwijten dat hij te makkelijk investeerde. De markt vroeg erom en nu blijkt de toekomst toch weer lastiger te voorspellen. Een dure les voor sommigen.
Als er niks mis kan gaan, heb je ook geen lef meer nodig om te investeren. Zonder mensen met lef en optimisme zou de sector wegzakken in het moeras van middelmatigheid. Daar win je de oorlog niet mee. Zou trouwens ook een saaie bedoening worden.
Michèl Gonlag
www.gonlag.nl
[email protected]