In de splinternieuwe ‘Atlas van Nederland in het Holoceen’ kun je goed zien hoe Noord-West-Europa werd gevormd nadat de (voorlopig) laatste ijstijd was afgelopen. Toen het ijs zich terugtrok en alleen nog op Scandinavië lag, vormden Engeland, Nederland en Duitsland een vrijwel onherkenbare landmassa.
Mij viel onmiddellijk op dat de rivieren de loop hadden zoals ze die nu ook hebben. De Theems en de Rijn mondden toen nog samen uit in een grotere rivier waar later het Nauw van Calais zou ontstaan. Toen later Scandinavië ijsvrij was, veerde dat land op en zakte het stuk land waarop wij later zouden rondhangen een meter of 30, waarmee veel onder water liep: de Doggerheuvels werden de Doggerbank, Groot-Brittannië werd een eiland en de Rijn stroomde in de Noordzee. Die rivier heeft toen hij tevoorschijn kwam onder de gletsjers vandaan altijd dat bochtje naar het Westen gemaakt. Dit tot afgrijzen van veel van onze Oosterburen.
Hun eigen noordelijke havens hebben ook best mooie achterlandrivieren. Maar in plaats van die een beetje uitscheppen zodat er ook meer bootjes kunnen varen, zijn ze wagonladingen subsidie gaan storten in spoorverbindingen. Op zich wel goed dat Bonn en later Berlijn het belang van achterlandverbindingen inzagen. Iets waar ze in Rotterdam lange tijd een broertje aan dood hadden, verwend in slaap gewiegd door de eeuwig stromende Rijn.
Het gekke is dat juist de Betuwelijn de haven van Rotterdam wakker heeft geschud. Nu is er wel aandacht voor het achterland. In dat opzicht heeft de binnenvaart lol van de heisa rondom die gekke spoorlijn.Prompt doet zich een ander fenomeen voor. Het is opvallend dat Duitsers meer Schienen in hun bloed hebben dan Flußwasser. Je ziet het ook een beetje aan hoe ze lopen.
Daarom ervaren ze de Betuwelijn, die helemaal niet uit de verf – laat staan uit de kosten – komt, als een bedreiging voor hun spoorrijke, noordelijke havens. En dus wordt willens en wetens de aanleg van een derde spoor voor de verbinding met de Betuwelijn getraineerd. Dat loopt uit de hand en nu lijdt ook de binnenvaart onder de Duitse spagaat tussen de liefde voor de noordelijke havens en de pragmatische voorkeur voor hun trouwe bondgenoot aan de monding van de Rijn, inmiddels dus voorzien van een spoorlijntje. Een tijdelijk spoorlijntje, want die gaat heus de volgende ijstijd niet overleven.