De keuze voor de derde stadsbrug over de Nieuwe Maas is nautisch niet veilig. Dat vindt (Rijks)havenmeester René de Vries van Rotterdam. Hij brandt de variant met pijlers en in een bocht af en wil dat de gemeente afziet van de brug tussen Kralingen en Feijenoord en in plaats daarvan kiest voor een tunnel.
Op 27 september maakte het college van burgemeester en wethouders bekend dat het voor de nieuwe oeververbinding in Rotterdam gaat voor de variant van een brug met een tram en langzaam verkeer in ‘bocht A’, tussen de Nesserdijk en de Burgerhoutstraat/Olympiaweg. De Vries uit zijn bezwaren en zorgen in een brief aan de gemeenteraadscommissie Mobiliteit, Haven, Economie en Klimaat. Die bespreekt het collegevoorstel op 12 oktober.
De Vries vindt het een slecht idee: “Nautisch onderzoek van Marin leidt tot de conclusie dat de huidige onderzochte brugvariant nautische veiligheidsrisico’s met zich mee brengt en deze niet veilig en vlot te passeren is.”
Afwaardering vaarweg
Als de brugvariant in bocht A, met pijlers in een bocht, doorgaat, is De Vries genoodzaakt om maatregelen te nemen die de veilige doorvaart van de brug garanderen. De consequentie van die maatregelen is een afwaardering van de vaarweg, die nu nog een hoofdtransportas is, waarschuwt hij.
“Dit houdt in dat een deel van de binnenvaart niet meer via de Nieuwe Maas van en naar de haven kan varen, omdat zij de brug niet veilig kunnen passeren. De komst van de brug met pijlers gesitueerd in een bocht heeft daarmee een aanzienlijke impact op de achterlandverbinding. De te nemen maatregelen zouden verregaande negatieve economische en logistieke consequenties hebben – voor nu – en tot ver in de toekomst. Een toekomst vol met uitdagingen, zoals de energietransitie en modal shift, waarin de binnenvaart een grote rol speelt.”
Brugpijlers
Een brug op de gekozen locatie is volgens nautische onderzoeken alleen een optie in een variant zonder brugpijlers in de Nieuwe Maas, geeft De Vries aan. Daarvoor zou een gedeelte van de Esch moeten worden aangepast om ruimte te maken voor het beweegbare deel van die brug.
“In elke andere variant ben ik als Rijkshavenmeester en Havenmeester van Rotterdam niet in staat om de nautische veiligheid op de Nieuwe Maas te waarborgen”, stelt De Vries klip en klaar. Die veiligheid voor de scheepvaart is één van zijn kerntaken.
Hij wijst er ook nog op dat het Rijksbeleid in zeehavengebieden in principe een tunnel als oeververbinding voorschrijft, tenzij er een goed vaarwegalternatief aanwezig is. Dat is de keuze van het stadsbestuur niet.