Door alle bureaucratie blijft het afvalvervoer kampen met onnodige administratieve barrières. Secretaris Lijdia de Groot van het CBRB vatte het zo kernachtig samen na de CBRB-themabijeenkomst over afvalvervoer, in Gorinchem kort voor de opening van de CSI, 27 april.
Lijdia de Groot somde in vijf punten de bureaucratische problemen op waarmee het vervoer van afval met binnenschepen mee kampt:
1 Geen internationale erkenning van registratie van schepen met afval in andere landen (VHIB-registratie);
2 Verschillende interpretaties van de kredietwaardigheid (in Nederland een eigen vermogen van 18.000 euro, in Duitsland een geschikte verzekering, inclusief milieuaansprakelijkheid);
3 Gebrek aan inzicht in de regelgeving bij de handhavers;
4 Verschil in opvattingen over de uitleg van het begrip ‘afval’;
5 Noodzakelijke digitalisering van de registratie. In dat verband verwees ze naar de website www.loadit.info
Robert Tieman. Samenwerking met EVO.
Op de themabijeenkomst gaf aankomend CBRB-directeur Robert Tieman een samenvatting van de situatie in het afvalvervoer. Met name Nederlandse ondernemers worden getroffen door de ruime interpretatiemogelijkheden van de Europese regelgeving (EVOA, Europese Verordening Overbrenging Afvalstoffen). Hij beklemtoonde dat bij de lobby om verbetering in die regelgeving te krijgen voor de binnenvaart, de samenwerking met de verladersorganisatie EVO moet worden gezocht.
Verladers
De verladers waren vertegenwoordigd door Daniëlle Gevers Deynoot, die een kritisch betoog hield over de regelgeving. “Als je de regels zo toepast, is iedereen in overtreding. De lasten van het afvalstoffenvervoer staan op 3 in de EVO top tien van administratieve lasten.” Volgens Robert Tieman staan ze bij de binnenvaart op 1. De lobby van verladers en vervoerders zal zich in eerste instantie richten op de internationale erkenning van de registratie van vervoerders als afvalstoffenvervoerders.
De interpretatie van de Europese regels verschillen niet alleen per land, maar in Duitsland bijvoorbeeld ook per Bundesland. Met name in de kosten van de registratie, die wel op kunnen lopen tot 5.000 euro. In België zijn er ook grote verschillen tussen Wallonië en Vlaanderen en in het Brusselse Gewest is nog helemaal geen regelgeving, zo legde Anja Rohen uit, die in Duitsland cursussen geeft voor onder andere afvaltransporten. Frankrijk is in dit opzicht een verlicht land, want daar worden registraties in andere landen namelijk erkend.
Advocaat – en voorzitter van Koninklijke Schuttevaer afdeling Rotterdam – gaf een gedetailleerd overzicht van de juridische aspecten van de registratieplicht voor het vervoer van afval. Opmerkelijk was zijn waarschuwing voor de verklaring goed gedrag. “De overheid wil zoveel van je weten dat je al een strafblad hebt als je één keer een overtreding hebt begaan. Dan heb je al een probleem om die verklaring te krijgen.”
Losverklaring
Sander Jansen. Problemen met de losverklaring.
Sander Jansen, schipper van de kempenaar Factotum ligt in de clinch over een boete die hij moet betalen omdat hij niet voldeed aan de registratieplicht bij het afvalvervoer. Hij wilde het daar verder niet over hebben, wel over de losverklaring. Die verplichting omschrijft hij als ‘concurrentievervalsing ten opzichte van het wegvervoer, want “die kipwagens hoeven nooit schoon te maken, die hebben geen restlading. Met deze milieuregels schiet de binnenvaart zich in de voet.”