- Advertentie -
- Advertentie -
HomeRubriekBinnenvaart onderzoekt ADN(R)ventilatie-eisen

Binnenvaart onderzoekt ADN(R)ventilatie-eisen [EI van ColumBus]

- Advertentie -

Delen

De interpretatie van een ADN(R)-artikel over ventileren en gasmetingen aan boord houdt veel Nederlandse binnenvaartondernemers bezig. De brancheorganisaties krijgen van bedrijven die in de containerbinnenvaart actief zijn, veel vragen over de interpretatie van toezichthoudende diensten van randnummer 7.1.6.12 van het ADN(R).

Dit randnummer bevat specifieke ventilatie-eisen, waarop de toezichthoudende diensten gericht (gaan) controleren. Dit betekent dat de vervoerder moet nagaan of er stoffen aan boord van het schip zijn uit kolom 10 van tabel A van het ADN(R) en na positieve controle ventileren en melding maken van deze additionele ventilatie-­eisen.

De verschillende VE-bepalingen zijn:

VE01: Laadruimen die deze stof bevatten, moeten met het volle vermogen van de ventilatoren worden geventileerd, indien na meting is vastgesteld dat de gasconcentratie van de vanuit de lading komende gassen boven 10 procent van de onderste explosiegrens komt. Deze meting moet direct na het laden worden uitgevoerd. Een herhalingsmeting moet na een uur worden uitgevoerd. Deze meetresultaten moeten schriftelijk worden vastgelegd.

VE02: Laadruimen die deze stof bevatten, moeten met het volle vermogen van de ventilatoren worden geventileerd, indien na meting is vastgesteld dat de laadruimen niet vrij van de vanuit de lading komende gassen zijn. Deze meting moet direct na het laden worden uitgevoerd. Een herhalingsmeting moet na een uur worden uitgevoerd. Deze meetresultaten moeten schriftelijk worden vastgelegd.

VE03: Ruimten zoals laadruimen, woningen en machinekamers die grenzen aan een laadruim dat deze stof bevat, moeten worden geventileerd. Deze moeten na het lossen mechanisch worden geventileerd. Na het ventileren moet de gasconcentratie in deze laadruimen worden gemeten. Deze meetresultaten moeten schriftelijk worden vastgelegd.

VE 04: Indien spuitbussen conform 3.3 BP 327 voor hergebruik of voor verwijderingdoeleinden worden vervoerd, zijn de bijzondere bepalingen VE01 en VE02 van toepassing.

Het bedrijf Transafe heeft opdracht gekregen om:
• te onderzoeken of de huidige bepalingen met betrekking tot de ventilatie van een laadruim mogelijk zijn.
• te onderzoeken of de huidige bepalingen met betrekking tot de metingen door de bemanning mogelijk zijn. Focus hierbij is de aanwezigheid van alle verschillende meetbuizen/-apparatuur om de verschillende aanwezige stoffen te kunnen bepalen. Input hierbij is het eindrapport Onderzoek inhoudelijk nalevingskosten; Knelpunten Perceel Vervoer van Berenschot, waarin de kosten van naleving van de huidige bepalingen zijn vastgesteld.
• te onderzoeken of het meten in de containers en het controleren van de containers op beschadiging en lekkage door de belader doeltreffend worden uitgevoerd.
• een risico-inventarisatie te verrichten van het geboden alternatief. Voor deze risicoanalyse moet worden bezien:
– de VE-bepalingen naleven, dat wil zeggen: altijd meten en afhankelijk van de meetresultaten wel/niet ventileren.
– alleen meten als er sprake is van vermoeden. Alleen ventileren bij positieve meetresultaten. Hierbij moet worden gelet op de kwaliteit van de metingen, uitgevoerd door de schipper onder de operationele omstandigheden (volgens de VE-regels) ten opzichte van de ideale situatie waarbij de metingen worden uitgevoerd door professionele bedrijven.
– nooit meten en nooit ventileren.

De resultaten van het onderzoek worden medio juni verwacht.

Meer informatie is verkrijgbaar bij Khalid Tachi van EICB.

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -