Op het midden van de boeg van het 135 meter lange mts Beaufort prijkt een grote ster. Als je het schip eenmaal van binnen en buiten hebt kunnen bekijken, komt meteen de vraag op waarom er eigenlijk geen vijf sterren op staan. Eugène en Viviane Van den Meerssche stapten na tien jaar droge lading in 1986 over op de tankvaart. Alle ervaring die ze sinds die tijd hebben opgebouwd is terug te vinden in dit door Breko afgebouwde 5-partijenschip.
Zowel Viviane als Eugène is geboren op een spits, Eugène’s grootvader had er maar liefst vier. Die schepen hebben altijd met Nederlandse bemanningen gevaren. Op zich niet zo verwonderlijk dat Eugène in 1986 het plan maakte om in plaats van de droge lading de tankvaart maar eens te gaan verkennen.
In de markt werd een Tsjechisch tankschip aangeboden, een zogeheten Brünsbuttelkoog van 1300 ton. Het schip had tot dat moment reizen gemaakt tussen Brünsbuttel en Hamburg. Het was geschikt om te varen als bunkertanker en kon ook worden gebruikt als tankschip. In de tijd die volgde werden andere schepen gekocht en de eerste nieuwbouw-Beaufort kondigde zich aan in 2004. Een 122 x 13,30 meter van 4000 ton. Viviane denkt uitsluitend met de beste herinneringen terug aan dat schip; ook daar had ze een mooie woning.
Wind in de rug
En als je eenmaal de Beauforts in de rug hebt, dan komt na verloop van tijd toch met regelmaat het beeld boven van een tweede nieuwbouw. Je bent tenslotte niet voor niets ondernemer. Breko had een mooi ontwerp waarin Viviane en Eugène zich gingen verdiepen. Wij denken dat hun zoon Dave Van den Meerssche (mts Thalys) zich ook wel eens over de tekeningen heeft gebogen.
Uiteindelijk kon een ieder zich in het ontwerp vinden en werd de ‘sleutel op de deur’-opdracht aan Breko verstrekt. De onderneming Beaufort – Trans AG uit Basel werd daarin genoemd als opdrachtgever.
In januari 2009 werd aan de Zwarte zee in Turkije de kiel gelegd. Eugène is tweemaal op de werf geweest om de bouw te volgen; daarna heeft hij het overgelaten aan de surveyors van Lloyds Register. Nadat die hun laatste paraafjes hadden geplaatst, werd het schip afgenomen. Toen het schip te water ging, was er veel mediabelangstelling. Het schip rolde op spectaculaire en goed gecontroleerde wijze te water over ruim dertig stevige fenders, daartoe in beweging gezet door een duw op de juiste plaats door een mobiele kraan.
Twintig tanks
En zoals dat altijd gaat: achteraf is de bouw snel en voorspoedig verlopen. Terwijl bij Breko de kerstborrel gereed stond, werd de Beaufort daar afgemeerd. In vijf maanden tijd is het schip tot tevredenheid van de eigenaren afgebouwd.
Het schip is 135 x 15 meter en heeft een diepgang van 4,60 meter. Met zijn 7.000 ton is het schip het grootste binnenvaartschip dat ooit in de Zwitserse registers werd ingeschreven. En voordat de gasten aan boord komen voor de opendeurdag, de inzegening en de doop mogen wij het schip bekijken. De machineruimte op het voorschip herbergt twee stuurroosters van Oudakker uit Maasbracht en twee Cummins-motoren van type QSK 19, elk goed voor 700 pk. De generatorsets zijn frequentiegestuurd. Aan dek stellen is een dubbel leidingsysteem.
De Beaufort is een type C-tanker, geschikt voor vijf partijen en is uitgevoerd met maar liefst twintig tanks van 365 m3. Het pompwerk wordt mogelijk gemaakt door Bornemann EPS.
Hypotheek
Eenmaal de trap afgedaald naar de machineruimte van de Beaufort weten we niet wat we zien. We aanschouwen een uitzonderlijk grote ruimte met een hoogte van ruim 4 meter. Twee doorgaans stoer ogende ABC 6-cilinders van het type DZX (1800 pk) per stuk lijken in die ruimte gedecimeerd te zijn tot het niveau van een generatorset.
Nog maar net bekomen van die bijzondere aanblik klimmen we in het EBR-stuurhuis. Gelukkig is dat in hoogte verstelbaar. “Dan kan ik beter over mijn hypotheek kijken”, grapt Eugène. De inrichting is navenant aan de overige zaken aan boord. TecMon uit Werkendam heeft de betimmering gedaan, waaronder een mooie lessenaar. Dat bedrijf leverde ook al het rvs materiaal, waaronder de masten, trappen, uitlaten en het relingwerk.
Na de doop praat de familie nog wat na met aalmoezenier Machar Verhaeghe en Ron Neleman van Breko. (foto’s Hans Heiligers)
Vanuit het stuurhuis zien we partyship Thalassa Royal afmeren. Op de parkeerplaats worden ondertussen steeds meer auto’s met wit-rode platen weggezet, waaronder de auto van (gepensioneerd) aalmoezenier Machar Verhaeghe. Bij het inzegenen spreekt hij de wens uit dat de mensen op de Beaufort een fijne tijd mogen doorbrengen en daar gelukkig mogen zijn. Na zijn welbekende zegen “Maria beware al die varen” en een stevig “Proficiat” voor de familie vindt Verhaeghe dat nu toch echt de tijd is aangebroken voor de plichtplegingen van de meter van het schip.
Die taak is weggelegd voor Viviane Van den Meerssche. In het bijzijn van haar man, zoon Dave en zijn vrouw Vanessa en de kleinkinderen Pheadra en Evert spreekt zij luid en duidelijk de wens voor een behouden vaart uit. Bovendien gaat tot haar grote opluchting de fles in één maal feestelijk uiteen tijdens het eerste contact met de scheepshuid. Ze oogst daarmee een luid applaus van de zeer vele vrienden en relaties die een goed uitzicht op de ceremonie hebben.
Gevulde glazen
Ron Neleman van Breko grijpt de microfoon en nodigt iedereen uit om aan boord van de Thalassa Royal te gaan. Een mooi schip, zeer vriendelijk personeel en gezellige live-muziek van toetsenist en zanger Frank Wilson.
Voor het feest kan beginnen moet er nog worden gesproken. Ron Neleman neemt als eerste het woord. Hij herinnert eraan dat op het moment dat de Beaufort als casco werd afgemeerd iedereen bij Breko aan de kerstborrel zat. “Nu het schip gereed is, staan we weer met gevulde glazen. Het lijkt wel of we in Papendrecht niets anders doen.”
“Die kerstborrel luidde ook het tijdperk in van een wel zeer strenge Koning Winter”, zo vervolgt hij. Het was niet gemakkelijk om in die barre wintermaanden, met alle sneeuw en kou, te werken. Daarom vraagt Neleman een applaus voor een ieder die onder die omstandigheden zijn aandeel in de afbouw van de Beaufort heeft geleverd. Verder memoreert hij dat Eugène en Viviane precies wisten wat ze wilden en dat het daarom zo’n geweldig schip is geworden.
Het laatste woord is aan Eugène Van den Meerssche. Zo hoort dat. Hij bedankt iedereen voor de samenwerking en vindt dat het resultaat er mag zijn. Ook hij heeft zin in het feest en stelt het geduld van de gasten niet langer op proef. De champagneglazen gaan omhoog voor een toost op het welzijn van de vrienden en relaties. Tijdens de tocht met de Thalassa Royal wordt een – eveneens royaal – walking dinner geserveerd. Ze hebben daar aan boord echt hun best gedaan.
(Hans Heiligers)