Met zijn lengte van 86 meter en breedte van 9,50 meter is de gloednieuwe Morgenster van Pieter de Waardt een flink uit de kluiten gewassen beunschip. En de grens is nog niet bereikt, wat De Waardt betreft. Want het casco voor zijn volgende Morgenster (nog een meter breder en met een naar schatting nog 200 kuub groter ruim dan de net in gebruik genomen Morgenster) ligt alweer voor de wal bij Scheepsreparatiebedrijf M. Drenth in Zwartsluis.
Dit is het derde nieuwbouwschip waarmee Pieter de Waardt zelf aan de slag gaat.
In de dertien jaar dat Pieter de Waardt als zelfstandig beunschipper actief is, is dit het derde nieuwbouwschip waarmee hij zelf aan de slag gaat. Daarnaast liet hij een aantal casco’s bouwen voor de handel. De handel is hem blijkbaar met de paplepel ingegoten, want ook zijn vader Teun liet menig schip bouwen, om ze vervolgens al snel weer in de etalage te zetten. “Ik heb nog altijd veel steun aan hem, daar ben ik hem bijzonder dankbaar voor”, zegt Pieter.
Pieter begon in 1986 als zelfstandige met de aankoop van een bestaand schip, maar al snel diende zich zijn eerste eigen nieuwbouwproject aan. En ook het verkooptraject van nieuwbouwschip nummer drie, net in gebruik genomen, is alweer in een vergevorderd stadium. Wordt deze deal op korte termijn definitief, dan hoopt De Waardt zijn vierde nieuwe Morgenster nog eind dit jaar in gebruik te nemen.
Drie casco’s
Basis van de Morgenster is een in het Russische Rybinsk gebouwd casco. Dit was een van de drie casco’s die De Waardt er vorig jaar in eigen beheer liet bouwen: twee voor de handel en eentje voor eigen gebruik. De casco’s werden gebouwd naar De Waardts eigen ontwerp en tekening.
Een gewild model, zo bleek door het gemak waarmee hij de twee andere casco’s wist te verkopen. De Waardt was overigens nauw betrokken bij de bouw van de casco’s; hij reisde regelmatig naar de stad aan het stuwmeer van Rybinsk.
Het ontwerp van de Morgenster is niet nieuw, het schip is vrijwel identiek aan de vorige Morgenster. Het is zo ontworpen dat er nooit water in het gangboord staat. Hiervoor is het schip voorzien van een verhoogd middenschip en wordt het geladen met stortkokers voor en achter.
Wel verschilt deze Morgenster in enkele technische opzichten van zijn voorganger. Zo is het nieuwe schip voorzien van langere spudpalen: nu met een lengte van acht meter. Verder is het uitgerust met een krachtiger boegschroef, aangedreven door een 450 pk sterke Daf-motor.
Hoofdkrachtbron van het schip is een Caterpillar 3508, die op verzoek van De Waardt is teruggeschroefd tot 900 pk. “Dat is in mijn beleving het maximale wat je nodig hebt voor dit type schip”, legt hij uit.
Recessie
Waar De Waardt de bouw van het casco helemaal in eigen beheer liet uitvoeren, gaf hij de regie over de afbouw uit handen aan Scheepsreparatiebedrijf M. Drenth in Zwartsluis. Het was de eerste keer dat De Waardt in zee ging met Drent. En hoewel wat ver van huis – De Waardt woont in Krimpen aan de IJssel – beviel hem dit zo goed, dat hij hier zijn volgende nieuwbouwproject ook uitbesteedt. “De sfeer is heel goed. De mensen zijn gemoedelijk van aard. Ze werken hard, maar blijven toch rustig. We hebben hier afgebouwd met relatief weinig stress. En ik moet zeggen, dat beviel mij uitstekend.”
De Morgenster is 86 meter lang en 9,50 meter breed. (foto’s Jan Johan ten Have)
De Waardt knijpt zijn handen stijf dicht dat de recessie het beunwerk (nog) niet zo hard raakt als de rest van de scheepvaartwereld. “Maar natuurlijk ontkomen wij er ook niet aan dat wij er wat van merken”, zegt Pieter. “Gelukkig zijn er de afgelopen jaren maar enkele beunschepen bijgebouwd. Ook hier zakken de prijzen wel wat in en ook wij merken nu dat het verschrikkelijk belangrijk is om goede contacten te hebben.”
(Jan Johan ten Have)