Op 23 mei start de jubileumviering van de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig. Die dag bestaat de LVBHB exact vijftig jaar. De vereniging ontvangt later dit jaar een Koninklijke Erepenning.
Het jubileumjaar start 23 mei met een sail-in en een manifestatie in Den Haag. Van 6 juli tot 18 augustus kruist een vloot van tientallen schepen tijdens een meer dan 1.000 kilometer lange ErfgoedTour in vijftien etappes het hele land door. De afsluiting is op 14 november: een symposium over de toekomst van varend erfgoed in Amersfoort.
Historische bedrijfsvaartuigen
De LVBHB werd in 1974 opgericht met als doel het beschermen en behouden van Nederlands varend erfgoed. “In eerste instantie zeilende bedrijfsvaartuigen”, vertelt voorzitter Rolf van der Mark. Hij is zelf de trotse eigenaar van een Groninger zeetjalk uit 1906: de VIOD. “Sinds 1999 zijn we er voor alle historische beroepsschepen.”
De vereniging telt inmiddels meer dan 2.000 leden, van wie de meesten eigenaar zijn van een (of meerdere) historische bedrijfsvaartuigen: zeilende vrachtschepen, motorschepen, vissersschepen, sleepboten, opduwers tot aan directievaartuigen. “We zijn de grootste organisatie voor varend erfgoed in Nederland. Van de wereld zelfs waarschijnlijk; ik ken in elk geval geen grotere.”
“Er zijn ongeveer 6.000 historische bedrijfsvaartuigen in Nederland. Wereldwijd gezien is dat ontzettend veel. Daarvan zitten er zo’n 1.700 bij onze vereniging. We hebben ook leden zonder schip.”
ErfgoedTour
Bij de openingsmanifestatie op donderdag 23 mei verzamelen zich tientallen schepen aan de Dunne Bierkade in Den Haag, bij het Buitenmuseum. Tijdens de officiële start (“hopelijk door een hotemetoot van een ministerie… een staatssecretaris of een directeur”) wordt onder meer een jubileumboek gepresenteerd. Verder voeren schepen een ‘mastenpolka’ op. Het is het aansluitende weekend feest, onder meer met vaartochten voor bewoners.
Op 6 juli begint in Middelburg de ErfgoedTour. Schepen van LVBHB-leden maken vanaf daar, in wisselende samenstelling, een ruim 1.000 kilometer lange tocht naar Hasselt. Er zijn vijftien etappes, waar veertig tot zeventig schepen per keer aan meedoen. Onderweg doet de vloot alle provincies aan. De grande finale is van 16 tot en met 18 augustus in Hasselt.
Kijk voor meer informatie over de festiviteiten op WWW.LVBHB.NL.
Onderweg zijn allerlei evenementen waar de historische schepen en daarmee Hollands glorie goed uit de verf komen. Als de Erfgoedtour van 29 tot en met 31 juli Amsterdam aandoet, wordt daar de Koninklijke Erepenning uitgereikt.
Rolf legt trots uit: “Dat is voor verenigingen die vijftig jaar of langer bestaan. We hebben net het bericht ontvangen dat we die krijgen toegekend. Dat gebeurt in Amsterdam, omdat dat onze officiële vestigingsplaats is.”
Het jubileumjaar en de extra evenementen bieden een uitgelezen kans om het varend erfgoed extra te laten zien… aan het publiek en aan de politiek en overheden. Dat is al jaren een van de speerpunten. “Het is belangrijk om bij beleidsmakers in beeld te komen.” Die maken heel veel regels voor de
beroepsvaart, legt Rolf uit, maar vergeten daarbij soms de impact voor de historische vaartuigen. “Onze schepen zijn weliswaar groot, en vallen daardoor vaak onder die regels, maar we zijn geen beroepsvaart. En we kunnen vaak ook niet aan die nieuwe regels voldoen. Dat wil nog weleens lastig uitpakken voor ons. We moeten er dus wel tijdig bij zijn als ze plannen maken. Daarom proberen we goed in contact te blijven met de ministeries, en dan met name met I en W voor het nautische aspect en O, C & W voor het culturele aspect.”
Certificaat van Onderzoek
Een voorbeeld is de invoering van de strengere technische eisen van CCR en CES-NI. “We hebben leden op het hart gedrukt vooral gebruik te maken van de overgangsregelingen voor de pleziervaart. Daar hebben we workshops voor georganiseerd, folders uitgegeven en nog meer acties georganiseerd. Dat heeft gelukkig ook succes gehad. Er is maar een enkeling die geen Certificaat van Onderzoek heeft gekregen. En in dat geval heb je als eigenaar twee routes.
Ofwel voldoen aan de nieuwbouweisen, maar dat is onmogelijk met een historisch schip. Of gebruik maken van de uitzonderingspositie voor traditionele vaartuigen.”
“Dat hebben we als vereniging gelukkig voor elkaar gekregen, dat er een uitzonderingspositie gemaakt kan worden voor traditionele vaartuigen. Dan nog moet je aan veel eisen voor het CvO voldoen hoor, maar je mag dan bijvoorbeeld de motor blijven gebruiken. Vaak zit er een historische motor in zo’n schip… een mooie Brons of een Industrie, en dan is het natuurlijk doodzonde om die niet meer te gebruiken. En dat is met die route in ieder geval mogelijk.”
Behoud door gebruik
Dat sluit aan bij het motto van de LVBHB: behoud door gebruik. “Ga met die schepen op pad, daarmee behoud je ze.” Lastig is wel dat varen op dit moment het krijgen van een hypotheek dwarsboomt. “Tegenwoordig is er nog maar één bank die een hypotheek verschaft, de Rabobank, maar alleen als je er niet mee vaart. Als oplossing proberen we nu voor elkaar te krijgen dat een nationale hypotheekgarantie verstrekt kan worden. De Rabobank heeft al gezegd dat er dan meer mogelijk is.”
Voor het behoud van de bijzondere schepen zou het goed zijn als er een erkenning komt voor museale schepen, vindt de LVBHB. De vereniging ijvert al jaren voor een monumentenstatus.
“We hebben het altijd over varende monumenten, maar dat is geen erkende term. Daardoor is er geen enkele bescherming tegen de sloop of wijziging van dit soort schepen. Het zou plezierig zijn om dat van overheidswege voor elkaar te krijgen. Maar daar zit geen beweging in, want het rijk wil absoluut niet dat wij dan ook subsidie kunnen krijgen.”
De eigenaren betalen het renoveren en onderhouden van hun bijzondere schepen dus uit eigen zak. Met liefde, want ze zijn stuk voor stuk trots op hun eigen stukje vaderlandse maritieme historie. Veel van de vaartuigen zijn dit jaar extra vaak en opgepoetst te zien… Van Den Haag en Middelburg tot Hasselt.