Lange tijd leek het erop dat binnenvaart en wegvervoer samen zouden optrekken om de vervoersproblemen van de toekomst op te lossen. Zelfs het spoor mocht meedoen in de nieuwe synchromodale vergezichten. Op multimodale knooppunten werden rationele keuzes gemaakt welke modaliteit op welk moment voor welk vervoer het optimale genot voor de verlader opleverde. Als volwaardig speler in dit synchromodale spel lachte de toekomst de binnenvaart toe. Alles zou immers gebeuren door een eerlijke verdeling op basis van ‘zo groen mogelijk’, ‘zo transparant mogelijk’ en ‘zonder manipulatie door de overheid’.
Nu de toekomst eenmaal is begonnen, worden de partners weer tegen elkaar uitgespeeld. In een proces van vele jaren groeiden binnenvaart en wegvervoer naar een zeker onderling evenwicht, gebaseerd op de kostprijs van varen met een binnenschip en de kostprijs van rijden met een truck. Een evenwicht dat de laatste dertig jaar was gaan schuiven, heel licht in het voordeel van de binnenvaart. Veel te weinig natuurlijk want het relatief veel lagere gebruik van fossiele brandstoffen door de binnenvaart had maatschappelijk gezien een enorm voordeel moeten bieden.
Maar goed, het ging wel de goede kant op. Totdat bepaalde politici en ambtenaren in paniek raakten en wanhopig op zoek gingen naar een groot gebaar voor de vergroening. Dus werd de oude discussie van stal gehaald over de dieselaccijnzen, die het wegvervoer wel en de binnenvaart niet hoeft te betalen. We gaan die accijnzen ook de binnenvaart opleggen en de opbrengst daarvan stoppen we in een vergroeningsfonds voor de binnenvaart. Dat is ook eerlijker voor het wegvervoer, toch?
En daar ging het evenwicht tussen die twee bedrijfstakken eraan, opgeofferd aan de dadendrang van ambtenaren en politici die de klok hebben horen luiden maar nauwelijks geïnteresseerd zijn in de locatie van de klepel. Weg met het voordeel voor de binnenvaart dat zo zorgvuldig was opgebouwd. Een voordeel dat broodnodig was omdat de binnenvaart een maatschappelijk verantwoorde vervoerswijze is.
Nog even over die vergroening. Dat wordt veel te gemakkelijk genoemd als men bedoelt dat de natuur er beter van wordt en het klimaat stabieler. Meer kooldioxide in de atmosfeer heeft inderdaad grote nadelen; het betekent dat het warmer wordt. Het klimaat verandert, wordt onberekenbaar en de zeespiegel stijgt, maar de aarde wordt niet minder groen.
Bomen en planten zijn dol op kooldioxide. In dat opzicht zou het dus beter een ontgroeningsfonds kunnen worden genoemd. Sowieso een betere naam voor een fonds dat is opgericht door een groepje onnozele ambtenaren.