De Kustwacht zal bij elke noodoproep vanaf het water eerst beoordelen of mensen in gevaar verkeren. Is dat het geval, dan wordt zoals vanouds de hulp van de KNRM ingeroepen. Wijst deze triage uit dat er geen persoonlijk gevaar dreigt, dan wordt de beller gevraagd zelf een reddingorganisatie te benaderen.
Deze nieuwe werkwijze komt voort uit overleg tussen het ministerie van I&W, de Kustwacht, de KNRM en bergers. Ze werd afgelopen maandag 17 augustus ingevoerd bij de Kustwacht. Op de website van de Kustwacht staat een lijst met hulpverleners, waaronder overigens ook de KNRM. Het verschil tussen KNRM en de commerciële redders is dat die laatste betaald moeten worden voor hun reddingswerk. Overigens betekent dit voor veel schippers een zaak van verzekering.
Het Kustwachtcentrum in Den Helder krijgt jaarlijks gemiddeld 1.600 noodoproepen van beroepsvaart of watersporters die hulp nodig hebben op het water. Tot voor kort werd bij elke melding de KNRM verwittigd door de Kustwacht. Dat gebeurt door gegevens als de locatie, type vaartuig etc. via het openbare communicatiesysteem P2000 naar de KNRM te sturen. De commerciële reddingsdiensten luisteren dan mee en kunnen vaak sneller ter plekke zijn omdat ze ‘klaar liggen’.
Spoedeisende hulp blijft als voorheen, maar bij niet-spoedeisende hulp moet de beller zelf de hulpdiensten benaderen. De Kustwacht maakt daarbij een vergelijking met de situatie op de weg: “Je belt bij autopech ook niet 112.” Het doel van de nieuwe werkwijze is meer rust op het water. De KNRM blijft 24 uur per dag inzetbaar.
Klik hier voor meer informatie over de KNRM.
Hier voor informatie van de Kustwacht.
(foto: Bjoern Wylezich)