Vrijdag 24 juli heeft Rijkswaterstaat op de Westerschelde de markeringen verlegd voor de scheepvaart tussen Ellewoutsdijk en Baarland.
Door het getij en de stroming is een nevenvaargeul in de loop der jaren zo ver opgeschoven dat de binnenvaart, recreatie en kleinere zeeschepen bijna een haakse bocht moeten maken om niet vast te lopen. Nabij de huidige vaargeul is een nieuwe natuurlijke vaarroute ontstaan.
Twee markeringsschepen van Rijkswaterstaat hebben zestien boeien uit het water gehaald. Veertien verplaatste boeien geven de nieuwe route van de vaargeul aan.
Baggeren vaargeulen
De Westerschelde heeft meerdere vaargeulen. Grote zeeschepen op weg naar Vlissingen, Gent, Terneuzen, Antwerpen of de Noordzee maken gebruik van de hoofdvaargeul. Deze geul wordt constant gebaggerd om de juiste vaardiepte in stand te houden. De kleinere nevengeulen worden niet gebaggerd en daar is de natuur bepalend voor de diepte en vorm.
Rijkswaterstaat verlegt regelmatig vaarwegmarkeringen als een nevengeul een stukje is opgeschoven. Voor het uitzetten van de nieuwe geul houdt Rijkswaterstaat rekening met de natuur in de Westerschelde en stemt de vaarwegbeheerder de plannen af met de binnenvaart, de recreatiesector, het loodswezen en de Vlaams-Nederlandse Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit. Die laatste moet uiteindelijk toestemming geven voor het verplaatsen van de route.