In de binnenhavens van de bayernhafen-groep is vorig jaar 9 miljoen ton overgeslagen. Dat was ruim 7 procent minder dan in 2015. De binnenvaart verloor ruim 12 procent en klokte af op 3 miljoen ton.
Ook het spoor verloor, maar minder. Daar daalde de overslag met 4,5 procent naar een kleine 6 miljoen ton.
De teruggang heeft meerdere oorzaken. Waaronder de daling van het transport van minerale olie en steenkool.
Bayernhafen-directeur Joachim Zimmermann ziet een verschuiving van goederenstromen van het water naar het spoor: “Tot enkele jaren geleden werd massagoed vooral met binnenschepen vervoerd, maar tegenwoordig gebeurt dit steeds vaker met treinen. Vorig jaar is bijvoorbeeld drie miljoen ton ijzererts per spoor van de Nederrijn naar Linz gebracht. Het traject loopt parallel aan de Rijn, Main en Donau.”
Faire taakverdeling
Zimmermann maakt zich zorgen over deze ontwikkeling, terwijl de goederen zich perfect voor vervoer over water lenen. Dit neemt spoorcapaciteit in die beter voor andere, tijdkritische transporten kan worden ingezet, vindt hij.
In plaats van verschuiving van binnenvaart naar spoor pleit Zimmermann voor meer concurrentie tussen spoor- en wegvervoer. “We hebben een faire taakverdeling tussen de vervoersmodi nodig.”
Bayernhafen werkt consequent aan de modal shift van langeafstandstransporten van de weg naar het spoor en het water. Het zou helpen, aldus Zimmermann, als de vergunningsprocedures voor het aanpassen van spoorinfrastructuur in binnenhavens soepeler worden. Bayernhafen gaat dit jaar 30 miljoen euro investeren in onder meer de optimalisatie van de spoor- en vaarwegeninfrastructuur.