Volgens cijfers van Werkendam Maritime Industries is ten het aantal schepen dat de haven van Werkendam vorig jaar bezocht met 13% gegroeid ten opzichte van 2014. De economie trekt aan, en dat is zeker bij VEKA te merken. Naast de nodige opdrachten voor onderhoud, reparaties en schadeherstel is ook de orderportefeuille voor nieuwbouw goed gevuld.
Dat is onder meer te danken aan een opdracht van Plouvier Transport en diens zusteronderneming Intertrans voor de bouw van 15 binnenvaarttankers die op LNG gaan varen. Deze tankers, die tot en met 2018 gefaseerd op de markt komen, worden gecharterd door Shell Trading Rotterdam. De casco’s worden gebouwd op de VEKA-werf Centramost in het Poolse Plock.
81,30 meter
Voor de Belgische rederij Robani uit Dilsen heeft VEKA de circa 1.550 ton metende tanker Coccinella (type C) afgebouwd. Dat casco is gebouwd in Tsjechië en heeft als afmetingen 81,30 x 9,60 meter.
“Ik was eigenlijk op zoek naar een casco met een lengte van 80 meter”, begint Rob Jongboer, mede-eigenaar van Robani zijn verhaal. “Dat was op redelijke termijn echter niet leverbaar. Bij VEKA lag dit iets langere casco, waarvan de kwaliteit mij aansprak. Daarop ben ik gaan onderhandelen met de Werkendamse scheepsbouwer.”
De gesprekken resulteerden in een turn-key afbouw mét de nodige inbreng van de opdrachtgever. Jongboer vervolgt zijn verhaal: “We hebben goede afspraken kunnen maken en die is VEKA allemaal nagekomen. We zijn ook tevreden over de onderaannemers, die stuk voor stuk weten waarmee ze bezig zijn.”
KBC
“Naast VEKA wil ik met name SKB, die het leidingwerk in de machinekamer heeft verzorgd, en Hoogendoorn scheepsbetimmering, noemen. Ook vermeldenswaard is KBC, het bankbedrijf waarmee we al sinds de oprichting van Robani in 1986 een prettige samenwerking hebben.”
“Ik was voordien zetschipper op een tanker en ontmoette in die tijd Annie De Schepper, die op een bevrachtingskantoor in Willebroek werkte. In 1982 vertelde ze mij dat er op een werf een schip lag waarvoor een kapitein werd gezocht. We besloten samen te gaan werken en 4 jaar later, in 1986, werd Robani rederij en bevrachting opgericht.”
Kevers en kanalen
Het eerste schip werd een tanker met een lengte van 80 meter dat de naam Scarabee kreeg. Dat is, evenals Coccinella (lieveheersbeestje) de naam van een kever. Schepen met namen als Aphodius en Corylophida zijn andere voorbeelden.
Door de jaren heen heeft Robani een 15-tal tankers gehad. Op dit moment beschikken Rob Jongboer en Annie de Schepper nog over 5 schepen. Daaronder 3 enkelwandige tankers die met de tijd ook zullen worden afgestoten. Dan bestaat de vloot nog uit twee ‘kevers’: de 1.700 ton metende Corylophida van 86 x 9,60 meter, die momenteel vooral te vinden is op de kanalen in Noord-Frankrijk, en de nieuwe Coccinella.
Dit schip heeft 5 gecoate centertanks van 350 kuub elk, die voorzien zijn van spiralen. Het schip is ook voorzien van een verwarmingsketel.
Minder pk’s
“Aan boord van de Corylophida staat een hoofdmotor van bijna 1.300 pk. Dat aantal pk’s is voor ons werk niet echt nodig en bovendien kost het veel tijd en moeite om die motor schoon te houden. Voor de Coccinella hebben we gekozen voor een Cummins CCR2 motor van 850 pk.”
“Dit nieuwbouwschip is uitermate geschikt om te varen naar Anderlecht, Feluy en Tertre. We hebben ons brood altijd verdiend met klein werk; dat ligt ons aanzienlijk beter dan varen met die supertankers.”
De Corylophida is in 2011 afgebouwd bij de aan de Rupel bij Boom gelegen Marintec Shipyard. “Een scheepswerf waarvan wij medeaandeelhouder zijn. Dat is vooral een reparatiewerf voor schepen tot 125 meter. Omdat het daar erg druk is aan de kade, hebben we voor de nieuwbouw van de Coccinella bewust gekozen voor een andere werf. VEKA bleek een goede keus en een eventuele volgende nieuwbouw zouden we zeker weer daar doen.”