Vrijwel alle partijen uit de wereld van transport en logistiek hebben opgelucht gereageerd op het regeerakkoord, waarin geen plannen staan om verder te bezuinigen op de infrastructuur. De binnenvaart wordt er zelfs expliciet in genoemd, al is dat directe samenhang met de Rotterdamse haven en dan nog alleen de ‘duurzame binnenvaart’.
In het op 29 oktober door de politieke leiders van VVD en PvdA, Mark Rutte en Diederik Samson, gepresenteerde regeerakkoord voor het kabinet Rutte II staat deze zin: “We inventariseren belemmeringen voor duurzame binnenvaart die kan bijdragen aan de ontwikkeling van de kernfuncties van de haven Rotterdam en nemen die waar mogelijk weg.”
"Goed nieuws"
Koninklijke Schuttevaer reageert enthousiast: “Goed nieuws voor de binnenvaart.” De vereniging is tevens blij met de prioriteit die wordt gegeven aan ‘de economische gebieden rond de mainports, brainports en greenports’. “Ook hier zal de binnenvaart voordeel van ondervinden.”
De coalitiepartners willen weliswaar vooral inzetten op beter benutten van de huidige infrastructuur, maar van bezuinigingen op die infrastructuur is verder geen sprake. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur wordt vooral gekeken naar publiek-private samenwerkingsconstructies. Koninklijke Schuttevaer vindt dit in principe geen probleem, mits de kwaliteit gewaarborgd blijft en er duidelijke afspraken worden gemaakt over het onderhoud.
Minister Schultz
Over het algemeen is de transportsector zeer te spreken over het aanblijven van Melanie Schultz als minister van Infrastructuur en Milieu. Haar staatssecretaris, CDA’er Joop Atsma, is opgevolgd door PvdA-gedeputeerde in Groningen, Wilma Mansveld. Over de rolverdeling op het ministerie tussen Mansveld en Schultz was maandag nog niets bekend.
Mansveld was als gedeputeerde voor Economie lid van het dagelijks bestuur van Groningen Seaports en bestuurslid van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Ze is pas anderhalf jaar gedeputeerde Economische Zaken. Haar portefeuille bestond verder uit Onderwijs en Jeugdbeleid.
Ze staat bekend om haar grote dossierkennis.
Ze was tot haar benoeming als gedeputeerde in 2011 tien jaar lang secretaris van de Sociaal Economische Raad Noord-Nederland en werd in 2009 fractievoorzitter voor de PvdA in de Groningse Provinciale Staten. Wilma Mansveld werd geboren in Hilversum en groeide op in Utrecht. Eind jaren ‘80 verhuisde ze naar Groningen.
Havenbedrijf
President-directeur Hans Smits van het Havenbedrijf Rotterdam is ook blij met het regeerakkoord. “Het nieuwe kabinet kiest voor duurzame economische ontwikkeling. Met een beleid gericht op infrastructuur, op vergroening van industrie en energie, op het vergemakkelijken van grensoverschrijdend treinverkeer, en op Europese integratie schept het kabinet de voorwaarden voor structurele, duurzame economische ontwikkeling.”
Rotterdam is vanzelfsprekend gelukkig met de vermelding van de aanleg van de Blankenburgtunnel in het regeerakkoord. Nadat kabinet Rutte I demissionair was geworden, was dit onderwerp door de Tweede Kamer controversieel verklaard, en bleef de beslissing liggen. Het Havenbedrijf stelt voor het Rotterdamse havengebied als pilot voor een integrale gebiedsvergunning te nemen. Deze versnelde inspraakprocedure voor infrastructuur staat al jaren hoog op de agenda van het Havenbedrijf en is ook in het regeerakkoord opgenomen.
Minder onderhoud aan ligplaatsen
Geen verdere teruggang van de infrastructuur is een positief geluid voor de binnenvaart. Toch wordt het regeerakkoord vooral gezien als een triomf van de wegvervoerlobby, omdat het kabinet afziet van een kilometerheffing voor het vrachtvervoer over de weg. De plannen van de PvdA om te bezuinigen op wegen en spoorwegen zijn in het overleg met de VVD van tafel gegaan.
Dat betekent niet dat de eerdere besluiten om te versoberen bij het onderhoud en vernieuwing van de vaarwegen niet door zouden gaan. Die plannen uit het Lente (of Kunduz-)akkoord staan nog overeind. Op de website van Rijkswaterstaat staat al duidelijk wat de gevolgen daarvan zijn voor de binnenvaart: “Dit betekent dat ligplaatsen zo lang en zo veel mogelijk bereikbaar blijven maar het comfortniveau wordt verlaagd tot een basisniveau door verminderd onderhoud van onder andere walstroomvoorziening, verlichting, steigers, meerpalen en auto-afzetvoorzieningen. Op termijn neemt hierdoor het aantal ligplaatsen af.”
Het gevolg is, aldus RWS, dat reparaties en herstel van verlichting, ligplaatsen en (walstroom)voorzieningen langer op zich laten wachten of dat deze helemaal niet worden verricht. “Hierdoor wordt flink bespaard op de kosten voor onderhoud en vervanging van voorzieningen. Op termijn neemt het aantal ligplaatsen hierdoor af. Schippers op de minder intensief bevaren routes moeten dan rekening houden met een grotere afstand tussen ligplaatsen.”
